Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Woordvolgorde
Lesdoelen
Na de les
- ken je de woordvolgorde van een Nederlandse zin.
- weet je dat de volgorde van het onderwerp en
werkwoord in een zin soms wisselen.
1 / 26
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Cette leçon contient
26 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Lesdoelen
Na de les
- ken je de woordvolgorde van een Nederlandse zin.
- weet je dat de volgorde van het onderwerp en
werkwoord in een zin soms wisselen.
Slide 1 - Diapositive
lesplan
1. instructie/ uitleg
2. filmpje
3. oefenen met zinnen
4. nabespreken : wat heb je geleerd en wat kan beter?
Slide 2 - Diapositive
de woordvolgorde
Meneer Johan
fietst
elke dag
naar school.
Elke dag
fietst
meneer Johan
naar school.
Fietst
meneer Johan
elke dag
naar school?
Wanneer
fietst
meneer Johan
naar school?
Meneer Johan
wil
elke dag
naar school
fietsen
.
Slide 3 - Diapositive
1. Standaardzin
onderwerp
-
werkwoord
- rest
Meneer Johan
fietst
elke dag naar school
V1a
leert
Nederlands op het Nt2 Mundium College
De leerlingen
maken
het huiswerk
Slide 4 - Diapositive
2. Inversie
Als je iets wil benadrukken, of iets belangrijk wil maken.
tijd of plaats
-
werkwoord
-
onderwerp
- rest
Elke dag
fietst
meneer Johan
naar school
Op het Mt2 Mundium College
leert
V1a
Nederlands
Slide 5 - Diapositive
3. Vraagzin met werkwoord
Bij een vraagzin die begint met een werkwoord: ook inversie.
werkwoord
-
onderwerp
- rest
De cursisten van V1a zijn slim.
Zijn
de cursisten van V1a
slim?
Slide 6 - Diapositive
4. Vraagzin met vraagwoord
Bij een vraagzin die begint met een vraagwoord
vraagwoord
-
werkwoord
-
onderwerp
- rest
Wanneer
fietst
meneer Johan
naar school?
Waar
woont
jouw vriend
?
Wat
eten
we
vanavond?
Slide 7 - Diapositive
5. Zinnen met twee werkwoorden
Bij een zin met twee werkwoorden, komt het tweede werkwoord aan het einde van de zin.
Ik
wil
morgen een nieuwe telefoon
kopen
.
Vorige week
heb
ik spaghetti
gekookt
.
Slide 8 - Diapositive
zinnen
ik/wij vrij wil/willen
volgende week
heb/hebben misschien
Slide 9 - Diapositive
Maak zoveel mogelijk zinnen met deze woorden: volgende week - ik/wij - vrij - wil/willen - heb/hebben - misschien
Begin steeds met een ander woord!!!
Slide 10 - Question ouverte
tijd - manier - plaats (TeMPo)
1. tijd
2. manier
3. plaats
Ik ga
op zaterdag
op de fiets
naar de supermarkt
.
Op zaterdag
ga ik
op de fiets
naar de supermarkt
.
Op zaterdag
moet ik
op de fiets
naar de supermarkt
gaan.
Slide 11 - Diapositive
Dus...
Het werkwoord staat altijd op de tweede plaats in een zin,
behalve in een vraagzin die begint met een werkwoord.
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Vidéo
Schrijf een standaardzin
Slide 14 - Question ouverte
Schrijf een zin met inversie (begin met tijd of plaats)
Slide 15 - Question ouverte
Schrijf een vraagzin
Slide 16 - Question ouverte
Schrijf een vraagzin die begint met een vraagwoord (wie, wat, waar, .....)
Slide 17 - Question ouverte
Schrijf een zin met twee werkwoorden
Slide 18 - Question ouverte
Welke zin is goed?
A
Morgen ik ga zwemmen.
B
Morgen zwemmen ga ik.
C
Morgen ga ik zwemmen.
Slide 19 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Waarom jij maakt geen huiswerk?
B
Waarom maak jij geen huiswerk?
C
Waarom geen huiswerk maak jij?
Slide 20 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Woon jij in Roermond?
B
Jij woont in Roermond?
C
In Roermond woon jij?
Slide 21 - Quiz
Welke zin is goed?
A
Waar jouw vriend woont?
B
Waarom help je mij niet?
C
Wanneer jij komt logeren?
Slide 22 - Quiz
Welke zin is goed?
A
De voetballer moet morgen een wedstrijd spelen.
B
Mijn buurman gaat verhuizen morgen.
C
Hij heeft gekocht een mooie auto.
Slide 23 - Quiz
Noem minstens twee dingen die je hebt geleerd in deze les.
timer
2:30
Slide 24 - Question ouverte
Ken je de woordvolgorde in een Nederlandse zin?
A
Ja. Ik begrijp alles.
B
Ja, maar ik moet wel nog wat meer oefenen.
C
Nee. Ik moet nog meer uitleg krijgen.
D
Nee. Ik heb niet veel van deze les begrepen.
Slide 25 - Quiz
Noem een verbeterpunt voor deze les.
timer
2:00
Slide 26 - Question ouverte
Plus de leçons comme celle-ci
Woordvolgorde
Janvier 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Woordvolgorde
Novembre 2023
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Woordvolgorde
il y a 24 jours
- Leçon avec
34 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Woordvolgorde
Novembre 2024
- Leçon avec
40 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Woordvolgorde
Juin 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
Woensdag
Mars 2024
- Leçon avec
29 diapositives
Nederlands
HBO
Studiejaar 1
inversie en vragen maken met vraagwoorden
Septembre 2022
- Leçon avec
27 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2
inversie en vragen maken met vraagwoorden
Mars 2024
- Leçon avec
26 diapositives
NT2
MBO
Studiejaar 2