Nederlands herkansen

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Welkom

pak je spullen

wacht rustig, totdat ik begin

Wat gaan we doen

We gaan oefenen voor de herkansing van Nederlands

Regel:

ben je niet goed bezig/ irritant dan verlaat je de les en krijg je geen hulp

Wat moet je weten voor de herkansing?

• Hoofdstuk 1: hoofdletters & leestekens, verkleinwoorden
• Hoofdstuk 2: spelling in het woordenboek, woorden met i/ie/y 
• Hoofdstuk 3: meervouden op -en, woorden met ou/au
• Hoofdstuk 4: Meervouden op -s, woorden met ij/ei 
• Hoofdstuk 5: Bijvoeglijk naamwoorden, woorden met ch/g/g

Wanneer gebruik je een hoofdletter in een zin

• Aan het begin van een zin
• Blauw is mijn favoriete kleur
• Bij namen
• Willem-Alexander, Muiderslot, Shell, Europese unie
• Aardrijkskundige namen
• Spaanse peper, Duitse auto, Friese koe 

Hoofdletter bij namen

Tussenvoegsel in namen (de, van, van der) schrijf je met een kleine letter

• Als er een voornaam staat, schrijf je met een kleine letter
• Bert de Vries, Suzanne van Dijk
• Als er een voorletter staat
• B. de Vries, S. van Dijk
• Als er geen voornaam of voorletter staat, dan schrijf je de eerste tussenvoegsel wel met een hoofdletter.
• meneer De Vries, mevrouw Van Dijk

Je gebruikt geen hoofdletter bij

• Dagen (maandag, dinsdag enz.)
• Maanden (januari, februari enz.)
• Seizoenen (zomer, herfst enz.)
• Windstreken (noord, oost enz.)

Wanneer gebruik je leestekens?

Je gebruikt altijd een leesteken is een zin

• Aan het einde van een normale zin zet je een punt (.)
• Onze school is morgen gesloten wegens de verbouwing.
• Een vraagteken zet je als je een vraag stelt (?)
• Hoe laat vertrekt de trein?
• Een uitroepteken zet je als je iets wil benadrukken (!)
• Vandaag hebben we 2 uur uitval!

Ook in het midden van een zin kan een leesteken

• Een komma zet je als je een pauze hebt in de zin (,)
• Mijn zus die in Parijs woont, komt morgen.
• Een komma zet je altijd tussen 2 persoonsvormen.
• Wie het weet, mag het zeggen.
• Een komma gebruik je ook bij verbindingswoorden. (doordat, maar, nadat, terwijl, voordat, want, zodat, zodra)
• Zij heeft geld gepind, nadat ze lekker had geluncht.
• Vóór EN en OF zet je meestal GEEN komma.
• Met een kiwi, banaan en sinaasappel kan je een smoothie maken.

ij/ei

deze dingen zijn weet woorden, je moet ze leren uit je hoofd

het beste is naar de woordenlijst te gaan en opschrijven

dat is de beste manier!

morgen gaan we naar Duitsland, we blijven daar 4 nachten slapen.

    Goed

     Fout

Jason is mijn beste vriend.

    Goed

     Fout

In Nederland is het nu Zomer.

    Goed

     Fout

In de lente leggen alle vogeltjes een ei.

    Goed

     Fout

Een komma gebruik je voor een pauze in een zin.

1. Ja
2. Nee

Een uitroepteken zet je wanneer de zin stopt.

1. Ja
2. Nee

Een vraagteken zet je als je iets wil benadrukken.

1. Ja
2. nee

Een punt zet je voor een normale zin

1. Ja
2. Nee

Klopt de zin?
Wanneer kom jij naar de voorstelling?

1. Ja
2. Nee

Klopt de zin?
Vandaag gaan we op stap, omdat ik jarig ben.

1. Ja
2. Nee

Klopt de zin?
Hoera, Nederland heeft de WK gewonnen.

1. Ja
2. Nee

ij/ei?
B__voorbeeld

1. ei
2. ij

ij/ei?
__genschap

1. ei
2. ij

ij/ei?
verkr__gbaar

1. ei
2. ij

ij/ei
Besch__denh__d

1. ei & ij
2. ij & ei
3. ei & ei
4. ij & ij

ij/ei?
goederentr__n

1. ei
2. ij

Hoofdstuk 2: woorden in het woordenboek 

&

 woorden met i/ie/y

Help, ik weet een woord niet!

je kan een woordenboek gebruiken of de website 'Van Dale' als je een woord niet weet.

Wat moet je doen als je woord niet weet te spellen?

• gebruik dan een (online) woordenboek
• de woorden