Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Punctuation
Punctuation
1 / 39
suivant
Slide 1:
Diapositive
Engels
MBO
Studiejaar 1
Cette leçon contient
39 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
60 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Punctuation
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Ik leg in eigen woorden uit wat interpunctie is;
Ik pas correcte interpunctie toe in een zin;
Ik zie het belang in van goede interpunctie en begrijp hoe het de betekenis van tekst kan beïnvloeden.
Slide 2 - Diapositive
Why?
Door verzorgd met je taal om te gaan, geef je een belangrijk signaal af: jij hecht waarde aan de presentatie van de boodschap.
How?
Door de Engelse taal en de taalregels onder de loep te nemen, leer je het belang ervan in te zien.
What?
Je krijgt instructie en oefeningen en je denkt na over taalkwesties.
Slide 3 - Diapositive
Punctuation
Slide 4 - Carte mentale
Punctuation:
The use of punctuation marks (full stop, comma, question mark, exclamation mark, etc.) in a text.
Slide 5 - Diapositive
Hoofdletters en punten
Wanneer gebruik je een hoofdletter
en wanneer een punt?
Slide 6 - Diapositive
1: start/end of a sentence
J
e begint een zin met een hoofdletter en eindigt deze met een punt
.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's
O
chtends sta ik vroeg op.
't
W
as vanochtend wel erg koud.
Slide 7 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
't is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
C
't Is niks voor mij.
D
'T Is niks voor mij.
Slide 8 - Quiz
2. afkortingen
Bij afkortingen gebruik je één of meerdere punten (na de eerste letter van het woord).
Bij afkortingen van namen gebruik je geen punten, maar behoud je wel de hoofdletters.
o.a.
(onder andere)
| i.p.v.
(in plaats van)
VN
(Verenigde Naties)
| VS
(Verenigde Staten)
Slide 9 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
Kroatië is het nieuwste land van de EU.
B
Kroatië is het nieuwste land van de E.U.
Slide 10 - Quiz
3: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen
geen
hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 11 - Diapositive
3: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel
geen
voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel
wel
een hoofdletter.
Fred de Vries | meneer De Vries
Slide 12 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
Wanneer gaat meneer Van der Plas slapen?
B
Wanneer gaat Meneer van der Plas slapen?
C
Wanneer gaat meneer van der plas slapen?
Slide 13 - Quiz
4: namen van organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 14 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
Amazon of Ebay?
B
Amazon of EBay?
C
Amazon of eBay?
Slide 15 - Quiz
5: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken.
Aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enz. schrijf je met een hoofdletter.
Ik woon in Eindhoven.
De nieuwe Amerikaanse president.
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
De Franse Fransman spreekt Frans.
Zij heeft een Limburgs dialect.
Slide 16 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
Met ananas erop is het geen Italiaanse pizza!
B
Met ananas erop is het geen italiaanse pizza!
Slide 17 - Quiz
5: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken.
Bij een windstreek gebruik je
geen
hoofdletter.
Zij wonen in het noorden van Rotterdam.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je
wel
een hoofdletter.
Zij wonen in Rotterdam-Noord.
Slide 18 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
noord-brabant
B
Noord-brabant
C
Noord-Brabant
D
noord-Brabant
Slide 19 - Quiz
5: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken.
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je
wél
een hoofdletter.
In het Verre Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 20 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
Nederland is een Westers land.
B
Nederland is een westers land.
Slide 21 - Quiz
6. feest- en gedenkdagen
Namen van feestdagen, (religieuze) feesten en gedenkdagen krijgen een hoofdletter.
Maar:
samenstellingen die zelf geen feestdag zijn, schrijf je met een kleine letter.
Kerst | kerstboom
Slide 22 - Diapositive
Wat is goed geschreven?
A
Voor sinterklaas schrijf ik een sinterklaasgedicht.
B
Voor Sinterklaas schrijf ik een Sinterklaasgedicht.
C
Voor Sinterklaas schrijf ik een sinterklaasgedicht.
D
Voor sinterklaas schrijf ik een Sinterklaasgedicht.
Slide 23 - Quiz
Komma's
Wanneer gebruik je een komma?
Slide 24 - Diapositive
Slide 25 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
1.
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Als ik naar school ga pak ik de fiets.
Slide 26 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
1.
Als je een korte pauze hoort in een zin.
Als ik naar school ga, pak ik de fiets.
Slide 27 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
2.
Tussen de delen van een opsomming
(behalve bij en/of).
Wil je koffie thee of iets anders? Ik heb nieuwe kopjes bekers en glazen om het in te schenken.
Slide 28 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
2.
Tussen de delen van een opsomming
(behalve bij en/of).
Wil je koffie, thee of iets anders? Ik heb nieuwe kopjes, bekers en glazen om het in te schenken.
Slide 29 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
3.
Als iemand met zijn naam wordt aangesproken.
Voor of na de naam komt dan een komma.
Jeroen kom je zo? / Kom je zo Jeroen?
Slide 30 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
3.
Als iemand met zijn naam wordt aangesproken.
Voor of na de naam komt dan een komma.
Jeroen, kom je zo? / Kom je zo, Jeroen?
Slide 31 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
4.
Voor voegwoorden:
Hoewel, omdat, zodat, indien, maar, aangezien en terwijl.
Slide 32 - Diapositive
Wanneer gebruik je een komma?
4.
Voor voegwoorden:
Nederlands is geweldig, maar Engels niet.
Slide 33 - Diapositive
Lesdoelen
1. Ik leg in eigen woorden uit wat interpunctie is;
Slide 34 - Diapositive
Lesdoelen
2. Ik pas correcte interpunctie toe in een zin.
Slide 35 - Diapositive
meneer custers ik heb vandaag geen zin in nederlands want ik heb al engels beroep rekenen en burgerschap mag ik daarom eerder naar huis aub
Slide 36 - Question ouverte
Meneer Custers, ik heb vandaag geen zin in Nederlands, want ik heb al Engels, beroep, rekenen en burgerschap. Mag ik daarom eerder naar huis a.u.b.?
Slide 37 - Diapositive
Lesdoelen
3. Ik zie het belang in van goede interpunctie en begrijp hoe het de betekenis van tekst kan beïnvloeden.
Slide 38 - Diapositive
Let's eat grandma!
Let's eat, grandma!
Slide 39 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
Interpunctie
Avril 2024
- Leçon avec
46 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdletters & interpunctie week 39
Septembre 2022
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
les 2 Schrijven Hoofdletters & interpunctie
Mai 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdletters & interpunctie deel 1
Octobre 2023
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdletters & interpunctie deel 1
Janvier 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdletters & interpunctie
Mars 2023
- Leçon avec
23 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 1. Hoofdletters & interpunctie
Octobre 2022
- Leçon avec
28 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Lrj 1 SW periode 4, les 1 Hoofdletters & interpunctie
Mai 2024
- Leçon avec
24 diapositives
Nederlands
MBO
Studiejaar 1