Bijvoeglijk naamwoord spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

3.8 Bijvoeglijk naamwoord

Spelling blok 3

Lesdoel

Na deze les kun je bijvoeglijke naamwoorden correct spellen.

Nakijken opdracht 24

1 druiven                                    8 euro's

2 wortels, wortelen               9 bangeriken

3 runderen                                10 groentes, groenten

4 comedy's                               11 schansen

5 data, datums                        12 fotografen          

6 eieren

7 genieën

Nakijken opdracht 25

2 ski's                                      14 alinea's

5 politici

6 allergieën

7 boeven

9 cafés

10 kinderen

11 lentes

Spelling van bijvoeglijke naamwoorden

De lange leerling paste niet op zijn stoel.

Het versleten boek bracht toch nog tien euro op.

Wat is juist?
Toevoeging van de -e

1. Een opvallend programma
2. Een opvallende programma

1. Toevoeging van de -e

A. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt een -e bij:

* De-woorden;

De jonge docent is erg populair.

De nieuwe gebouwen zijn erg mooi. 

B. Een bijvoeglijk naamwoord krijgt geen -e bij:

* Het lidwoord een voor een het-woord;

een nieuw gebouw

een mooi meisje

Voorbeeld

De-woorden                                                           Het-woorden

De nieuwe auto                                                     Het nieuwe huis

Een nieuwe auto                                                   Een nieuw huis

Wat is juist?
Stofaanduidingen

1. Een gouden ring
2. Een goude ring

Wat is juist?
Stofaanduidingen

1. Een aluminiumen pan
2. Een aluminium pan

2. Stofaanduidingen

Wanneer een bijvoeglijk naamwoord iets aangeeft wat van stof gemaakt is, is het een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. 

Is het een 'nieuwe' stof zoals plastic of polyester, dan schrijf je geen uitgang. Bij een 'oude' stof schrijf je -(e)n.

Heb je wel eens naar De gouden kooi gekeken?

Zijn spullen zitten in een plastic tas. 

Aan de slag! 

Maak opdracht 26 op bladzijde 127 in je schrift.

Hier krijg je 10 minuten de tijd voor.

Ben je klaar? Steek je vinger op. Dan komt er een extra opdracht op het bord.

Snap je het niet? Kijk eerst in de theorie en je aantekeningen. Vraag het daarna aan je buur. Lukt het nog niet? Vraag het dan aan mij. 

Extra opdracht

Schrijf de juiste spelling op van de bijvoeglijke naamwoorden.

1: De ... (lief) jongen

2: Gisteren heb ik aan het ... (lief) meisje een ... (mooi), ... (zilver) ketting gegeven.

3: Het ... (klein) meisje tekent.

4:  Het ... (actueel) onderwerp

5: De ... (individueel) begeleiding

Bespreken opdracht 26

Antwoorden extra opdracht

1: De lieve jongen

2: Gisteren heb ik het lieve meisje een mooie, zilveren ketting gegeven.

3: Het kleine meisje tekent.

4: Het actuele onderwerp

5: De individuele begeleiding