woordsoorten

woordsoorten
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

woordsoorten

Slide 1 - Diapositive

Meester JORIS speelt een liedje op zijn gitaar.
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
lidwoord
D
bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Quiz

Is een NAAM ook
een zelfstandig naamwoord?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
grote
B
een
C
zon
D
werken

Slide 4 - Quiz

Duid de zelfstandige naamwoorden aan:
timer
0:10
A
Zottegem
B
Onze-Lieve-Vrouwcollege
C
Victoria
D
maandag

Slide 5 - Quiz

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimste, mooi, rode
C
boek, voetbal, Liam
D
lopen, werken, denken

Slide 6 - Quiz

Welk woord is een zelfstandig naamwoord?
A
vogel
B
zwijgen
C
groot
D
de

Slide 7 - Quiz

Klik op de zelfstandige naamwoorden.

Wij eten graag kip met appelmoes.
A
kip
B
eten
C
appelmoes
D
wij

Slide 8 - Quiz

de meeste bijvoeglijke naamwoorden staan ...
A
na het ZN
B
voor het ZN

Slide 9 - Quiz

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zin?
De grote hond blaft luid.
A
hond
B
grote
C
blaft
D
luid

Slide 10 - Quiz

Wat is geen bijvoeglijk naamwoord (hoe-woord)?
A
mooie
B
grote
C
dansen
D
flinke

Slide 11 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord geef extra uitleg over
A
een lidwoord
B
een werkwoord
C
een bijwoord
D
een zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quiz

'groen' is een
bijvoeglijk naamwoord
A
ja, het zegt 'hoe' iets is
B
nee, het is een werkwoord
C
ja, want je zegt 'het groen'
D
nee, het is een zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quiz

Welke lidwoorden zie je?
A
de
B
er
C
het
D
en

Slide 14 - Quiz

Welke woorden zijn werkwoorden?
A
de, het , een
B
slimste, mooi, rode
C
boek, voetbal, Liam
D
lopen, werken, denken

Slide 15 - Quiz