13 3hv Grammatica, onderschikking en beknopte bijzin

Lezen in je leesboek
timer
15:00
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Lezen in je leesboek
timer
15:00

Slide 1 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 3
Nog vragen over het huiswerk?
voorlopig onderwerp / voorlopig lijdend voorwerp
meewerkend voorwerpszin
gezegdezin

Maken opdracht 8 t/m 14 van 3.7 online
Handig om je boek met de theorie ernaast te leggen ;-)
Vragen? Vragen!

Slide 2 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1
In deze les leer je:
- de samengestelde zin in onderschikking
- de beknopte bijzin.


Slide 3 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1
Even oefenen:
Het feestje gaat niet door omdat we niet genoeg aanmeldingen hebben.

Samengestelde zin?
Persoonsvorm?
Onderwerp?
Lijdend voorwerp? Meewerkend voorwerp?
Bijwoordelijke bepaling?



Slide 4 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1
Even oefenen:
      o                   wg    bwb   wg                      o           lv                                                     
Het feestje| gaat| niet| door| omdat| we| niet genoeg

                                       wg
 aanmeldingen| hebben.





Slide 5 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1
Een samengestelde zin: meer dan één persoonsvorm.

Ik ben verdrietig, want het heeft dit jaar nog niet gesneeuwd.  
(Hoofdzin + Hoofdzin)

Slide 6 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1 De samengestelde zin
H+H: Ik ga vanavond vroeg naar bed, want ik ben moe.
B+H: Terwijl het buiten keihard regent, zitten wij gezellig binnen.

Een hoofdzin en een bijzin: onderschikking

Het voegwoord staat aan het begin van de bijzin: omdat, toen, sinds, hoewel, voordat, terwijl enzovoort.

Slide 7 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1 De samengestelde zin
Zinsvolgorde onderschikking:
H+B: Ik bel je, zodra ik thuis ben.
B+H: Zodra ik thuis ben, bel ik je.
(Wat gebeurt er met de zinsdeelvolgorde in de hoofdzin na een bijzin?)

Als je het voegwoord weghaalt uit een onderschikking, houdt je geen correcte zin over.     Ik bel je / ik thuis ben
                                         Ik bel je / ik ben thuis

Slide 8 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1 De samengestelde zin
Bijzinnen die beginnen met dat en of gebruiken we vaak in combinatie met de werkwoorden denken, zeggen, hopen, vinden, vragen en weten.


Voorbeelden:
Ik denk dat ik dit weekend ga wandelen.
Bart vroeg of hij mee mocht eten.

Slide 9 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1 De samengestelde zin

Slide 10 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1 De beknopte bijzin
De beknopte bijzin= een bijzin zonder persoonsvorm en onderwerp.

Voorbeeld:
Na even gewacht te hebben, renden we het weiland over.

Wat is de beknopte bijzin?

Slide 11 - Diapositive

Grammatica 3.7 les 1 De beknopte bijzin
Er zijn verschillende soorten beknopte bijzinnen.
• met (om) te + infinitief:
Ze probeert bij Driss onder de paraplu te schuilen.
Om het allemaal niet nog erger te maken, ging ik maar weg.
• met een tegenwoordig deelwoord:
Schuilend onder de paraplu pakte ze alvast haar fietssleutel.
Gierend van de lach kwamen de leerlingen binnen.
• met een voltooid deelwoord:
Aangekomen in het vakantiehuisje inspecteerde ze eerst de slaapkamers.
Uitgeput na een lange werkdag stapte hij in de auto en reed naar huis.


Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Oefenen 3.7
Maak opdracht 5, 7, 8 en 10 (zin 1 t/m 3)


Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive