H3.1 formules van stoffen deel 1

H3 Moleculen en atomen

H3.1:  formules van stoffen deel 1

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

H3 Moleculen en atomen

H3.1:  formules van stoffen deel 1

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
  • weten wat atoomsoorten en symbolen zijn
  • weten hoe je een molecuulformule maakt

Slide 2 - Diapositive

Atoommodel van Dalton
Cl
H
H
O
O
C
C
O
H

Slide 3 - Diapositive

Atomen/elementen

Atomen stellen we voor als bolletjes met
een elementsymbool
.




Cl
H
H
O
O
C
C
O
H

Slide 4 - Diapositive

Er bestaan meer dan 100 soorten atomen!
We geven atomen aan met een kleur of met een letter.
Dus verschillende kleuren of verschillende letters betekent verschillende atomen.

Slide 5 - Diapositive

instructie

video: uitleg naamgeving en opzetten molecuulformule

Slide 6 - Diapositive

Elementen - Periodiek systeem

In het periodieksysteem staan alle elementen genoemd. De naam van een element begint altijd met een hoofdletter. De naam van een element kan uit 1 of uit 2 letters bestaan. Wanneer de naam uit 2 letters bestaat, is de tweede letter altijd een kleine letter

Let dus goed op hoofdletters en 

kleine letters.

H  = waterstof
He = helium

Slide 7 - Diapositive

Elementen

Slide 8 - Diapositive

Molecuulformules

Slide 9 - Diapositive

Molecuulformules

Slide 10 - Diapositive

water bestaat uit 2 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof. Welke formule is juist?
waterstof = H zuurstof = O
a:    HO2
b:    HO2
c:     H2O
d:     H2O


A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 11 - Quiz

koolstofdioxide bestaat uit 1 atoom koolstof en 2 atomen zuurstof. Welke formule is juist?
koolstof = C zuurstof = O
a:    CO2
b:    CO2
c:     C2O
d:     C2O


A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 12 - Quiz

ammoniak bestaat uit 1 atoom stikstof en 3 atomen waterstof. Welke formule is juist?
stikstof = N waterstof = H
a:    N3H
b:     NH3
c:    NH3
d:     N3H     


A
a
B
b
C
c
D
d

Slide 13 - Quiz

Alcohol bestaat uit 2 atomen koolstof, 6 atomen waterstof en 1 atoom zuurstof. Welke formule is juist?
koolstof = C waterstof = H zuurstof = O
a:    C2H6O
b:    2C6H1O
c:     C2H6O     


A
a
B
b
C
c

Slide 14 - Quiz

Glucose bestaat uit 6 atomen koolstof, 12 atomen waterstof en 6 atomen zuurstof.
Welke formule is juist?
koolstof = C waterstof = H zuurstof = O
a:    C6H6O12
b:    C6H12O6
c:     C12H6O6     


A
a
B
b
C
c

Slide 15 - Quiz

Lesdoel gehaald?
  • weten wat atoomsoorten en symbolen zijn
  • weten hoe je een molecuulformule maakt

Slide 16 - Diapositive

Huiswerk
HW 
--> Nog een keer deze Lesson-Up-les bekijken en
      --> als je vragen hebt zet die dan op de laatste dia 
--> Leren uit je boek H3.1 (tot modellen van moleculen)
--> Leren Tabel 3.1
     (gebruik bijvoorbeeld wrts --> er staat een link klaar in Magister)
--> Maken: zoek van elk element uit tabel 3.1 uit of het een metaal of een
                  niet-metaal is  --> gebruik figuur 3.7 op blz 63


Slide 17 - Diapositive

Schrijf 2 dingen op die je deze les geleerd hebt

Slide 18 - Question ouverte

Schrijf 1 of 2 dingen op die je deze les nog niet zo goed begrepen hebt

Slide 19 - Question ouverte