M1 NE paragraaf 5.3 Lezen

M1 NE paragraaf 5.3
Lezen 
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

M1 NE paragraaf 5.3
Lezen 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
- Je leert de tekstdoelen overtuigen en activeren herkennen. 

Slide 2 - Diapositive

Weektaak
- Basis opdracht 1 t/m 5 + 7 t/m 9 + 11 t/m 16 + 18 t/m 22 + 24 + 25
- Verdieping steropdrachten 6a + 10 + 17 + 23 
- Test jezelf 5.3 Lezen 

Slide 3 - Diapositive

Planning 
Les 1: uitleg tekstdoelen activeren en overtuigen.

Les 2 + 3 + 4: zelfstandig werken en opdrachten samen bespreken. 

Slide 4 - Diapositive

Wat weet je nog?

Slide 5 - Diapositive

Noem voorbeelden van informatieve teksten.

Slide 6 - Carte mentale

Noem voorbeelden van amuserende teksten.

Slide 7 - Carte mentale

Waarom staan er in een tekst verwijswoorden?

Slide 8 - Carte mentale

"Otje gaat naar school, Joris daarentegen is vrij."

Daarentegen is een voorbeeld van ...
A
een opsomming
B
een tegenstelling
C
een tijdsvolgorde

Slide 9 - Quiz

Welke stelling over een alinea is NIET waar?
A
Een nieuwe alinea begint altijd op een nieuwe regel.
B
Soms staat er een witregel tussen twee alinea's.
C
De eerste regel springt altijd in.

Slide 10 - Quiz

De kernzin is de zin met de belangrijkste informatie van de alinea.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Een uitleg is een voorbeeld van ...
A
een hoofdzaak
B
een bijzaak

Slide 12 - Quiz

Op welke manieren kun je een tekst lezen?

Slide 13 - Carte mentale

Slide 14 - Diapositive

Bij een overtuigende tekst wil de schrijver ...
A
de lezer informeren
B
de lezer amuseren
C
dat de lezer iets gaat doen
D
dat de lezer het met hem eens is

Slide 15 - Quiz

Wat is het doel van een activerende tekst?

Slide 16 - Carte mentale

Informeren
Amuseren
Activeren
Overtuigen
Nieuwsbericht
Stripverhaal
Filmbespreking
Reclamefolder

Slide 17 - Question de remorquage

Als in een opdracht gevraagd wordt wat het tekstdoel is, noteer je altijd het belangrijkste tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Is het woord belangrijk om de tekst te begrijpen? Nee? Lees dan verder.
Ja? Kijk of de uitleg ergens in de tekst staat.
Staat er geen uitleg? Probeer de betekenis van het woord te raden.
Lukt het nog niet? Zoek de betekenis op in een woordenboek of vraag het aan iemand. 

Slide 20 - Question de remorquage

Hoe vond je de les gaan?
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Wat heb je geleerd?

Slide 22 - Question ouverte

Weektaak
- Basis opdracht 1 t/m 5 + 7 t/m 9 + 11 t/m 16 + 18 t/m 22 + 24 + 25
- Verdieping steropdrachten 6a + 10 + 17 + 23 
- Test jezelf 5.3 Lezen 

Slide 23 - Diapositive