Les 3: De biowinkel

Les 3
1. Ga naar www.lessonup.com
2. Voer de code in.
3. Voer je naam in.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 3
1. Ga naar www.lessonup.com
2. Voer de code in.
3. Voer je naam in.

Slide 1 - Diapositive

timer
1:00

Slide 2 - Diapositive

Ik koop 
Ik doe 
Ik ben 
DO NOW
vegetarisch 
gezond
tweedehands
aan sorteren
biologisch
ecologisch
aan recyclage
milieubewust
aan sport
de lichten uit
herbruikbare spullen
geen plastiek

Slide 3 - Question de remorquage

Post-it 
Ik kan groenten en fruit kopen in de biologische winkel. 

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

Slide 7 - Lien

Wat zie je op de foto?

Slide 8 - Question ouverte

Wat zie je op de foto?

Slide 9 - Question ouverte

Schrijf de correcte naam van de groente of het fruit:

Slide 10 - Question ouverte

Schrijf de correcte naam van de groente of het fruit:

Slide 11 - Question ouverte

Schrijf de correcte naam van de groente of het fruit:

Slide 12 - Question ouverte

Schrijf de correcte naam van de groente of het fruit:

Slide 13 - Question ouverte

Schrijf de correcte naam van de groente of het fruit:

Slide 14 - Question ouverte

Schrijf de correcte naam van de groente of het fruit:

Slide 15 - Question ouverte

Schrijf de correcte naam:

Slide 16 - Question ouverte

Biologisch eten
Bij het maken van biologisch voedsel, wordt rekening gehouden met het welzijn van dieren en het milieu. Zo worden er bijvoorbeeld geen of alleen natuurlijke pesticiden gebruikt en krijgen dieren meer ruimte om te leven.
Je bent bewust bezig, je doet iets voor de wereld. Ook als dat betekent dat je soms iets meer moet betalen. Maar hoe zit het eigenlijk met smaak? Zijn biologische producten ook lekkerder? Om dat op kleine schaal te onderzoeken deden we op de redactie een blinde smaaktest met snoeptomaten. En wat denk je? We haalden de biologische soort er zo uit. Deze waren een stuk intenser van smaak dan de reguliere - we proefden de zon.

Lors de la fabrication d'aliments biologiques, le bien-être des animaux et l'environnement sont pris en compte. Par exemple, on n'utilise pas ou seulement des pesticides naturels et on donne aux animaux plus d'espace pour vivre.
Vous faites consciemment quelque chose pour le monde. Même si cela signifie que vous devez parfois payer un peu plus. Mais qu'en est-il du goût ? Les produits biologiques sont-ils aussi plus savoureux ? Afin d'étudier cette question à petite échelle, nous avons fait un test de goût à l'aveugle avec des tomates en bonbon. Et vous, qu'en pensez-vous ? Nous avons sorti la variété biologique en un rien de temps. Ils avaient un goût beaucoup plus intense que les autres - nous avons goûté au soleil.

Slide 17 - Diapositive

Wat is biologisch eten?
utiliser les mots en bleu

Slide 18 - Question ouverte

Waarom is biologisch eten beter?
utiliser les mots en bleu

Slide 19 - Question ouverte

Fatma

-Demander de quoi on a besoin pour la soupe. (Wat hebben we nodig voor de vegetarische soep?)
- Dire qussi ce que l'on apporte.
(Ik breng tomaten en wortelen mee.)
- Demander ce qu'on peut préparer.
(Wat kunnen we klaarmaken?)
-Approuver et proposer de le lui demander.
(Goed idee! Ik zal het haar vragen.)
- Suggérer de demander à de la faire. 
(Laten we het aan de leraar vragen.)
José

-Dire ce que l'on apporte. 
(Ik  ga naar de biologische winkel en koop de groenten.)
- Dire que l'on peut aussi apporter.
(Ik kan ook bloemkool, appelen en ajuin meebrengen)
-Dire ce que quelqu'un peut préparer.
(Amalia kan vegetarisch eten maken.)
-Demander qui peut préparer.
(Wie kan de soep maken?)
timer
2:00

Slide 20 - Diapositive

Wat hebben we nodig voor ...?
que faut-il remplir sur ces trois points ?

Slide 21 - Question ouverte

Wat brengt José mee?
Qu'apportera José ?

Slide 22 - Question ouverte

Waar gaat José om de groenten?
José cherche les légumes ou?

Slide 23 - Question ouverte

Wat kan Amalia klaarmaken?
Que peut préparer Amalia ?

Slide 24 - Question ouverte

Wie wordt bedoeld met 'haar'?
Qui veut dire "lui" ?

Slide 25 - Question ouverte

Welke groenten worden opgesomd?
Quels sont les légumes cités ?

Slide 26 - Question ouverte

Oefen de woorden

Slide 27 - Diapositive

Exit-ticket:
In de biologische winkel koop ik .... en .... .

Slide 28 - Carte mentale