Week 6, Regulering van de bloedsamenstelling

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Anatomie

Regulering van de bloedsamenstelling

Anatomie en fysiologie

module 7.2

week 6

Herhaling week 5

Bloedgroepen en 

lymfevatenstelsel

Klontert

Zonder gevaar mogelijk

Bloedgroep A ontvangt van bloedgroep AB

Bloedgroep B ontvangt van bloedgroep 0

Bloedgroep AB ontvangt van bloedgroep A

Bloedgroep 0 ontvangtvan bloedgroep AB

Wat is de 'universele donor' van rode bloedcellen?

1. Bloedgroep A
2. Bloedgroep AB
3. Bloedgroep 0
4. Bloedgroep B

Wat is de 'universele acceptor'?

1. Bloedgroep A
2. Bloedgroep AB
3. Bloedgroep 0
4. Bloedgroep B

Iemand met bloedgroep AB- heeft een transfusie nodig. Welk bloed kan hij veilig ontvangen?

1. AB+
2. B+
3. O-
4. A-

Rhesus positieven hebben:

1. WEL antigenen rhesus
2. GEEN antigenen rhesus

Wanneer levert de rhesus-factor problemen op bij een zwangerschap?

1. Moeder: rh+ Kind: rh-
2. Moeder: rh+ Kind: rh+
3. Moeder: rh- Kind: rh-
4. Moeder: rh- Kind: rh+

Waaruit bestaat de samenstelling van lymfevocht?

1. Water, leucocyten, trombocyten, antistoffen, aangetaste of dode lichaamscellen
2. Water, leucocyten, erythrocyten, antistoffen, aangetaste of dode lichaamscellen
3. Water, leucocyten, tijdelijk aanwezige stoffen, antistoffen, aangetaste of dode lichaamscellen
4. Water, leucocyten, , tijdelijk aanwezige stoffen, hormonen, aangetaste of dode lichaamscellen

Welke lymfoïde organen ken je?

Welke route gaat het lymfevocht?

1. Lymfehaarvaten -> kleine lymfevaten -> grote lymfevaten, -> ondersleutelbeenader
2. Grote lymfevaten -> kleine lymfevaten -> lymfehaarvaten -> ondersleutelbeenader
3. Lymfehaarvaten -> kleine lymfevaten -> grote lymfevaten - > bovenste holle ader
4. Grote lymfevaten -> kleine lymfevaten -> lymfehaarvaten -> bovenste holle ader

Wat is de functie van het ADH- hormoon?

1. Bloed houdt meer zout vast , waardoor de bloeddruk omhoog gaat
2. Bloed houdt minder water vast, bloeddruk gaat omlaag
3. Bloed houdt minder zout vast, waardoor de bloeddruk omlaag gaat
4. Bloed houdt meer water vast, bloeddruk gaat omhoog

Regeling zuurgraad (pH)

Bij een te hoge of te lage pH kunnen levensbedreigende stofwisselingsstoornissen optreden. Dat komt vooral doordat enzymen heel gevoelig zijn voor de zuurgraad.

• pH van bloed is licht basis -> 7,4
• Een zure vloeistof heeft een lage pH-waarde en een hoge concentratie waterstofionen
• Waterstofcarbonaat is belangrijk bij het stabiel houden van de zuurgraad. Deze stof kan waterstof aan zich binden of juist waterstof afgeven.

Bij een laag zuurstofgehalte in het bloed stimuleert het nierweefsel de aanmaak van het hormoon

1. Erytropoëtine (EPO)
2. Hematocriet
3. Hemoglobine
4. Aldosteron

Aan de slag

Anatomie en fysiologie

Opdrachten module 7.2