Woordjes Hoofdstuk 1 maart 2024

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Woordjes Hoofdstuk 1

Wat weet je al?

Wat betekent mum?

1. Kast
2. Mam
3. Laken
4. Pap

Wat is de Engelse vertaling van jasje?

1. Basket
2. Pickel
3. Jacket
4. Jockey

Wat betekent dishwasher?

1. Vaatwasser
2. Borden
3. Afwasser
4. Servies

Wat is de Engelse vertaling van koelkast?

1. Fridge
2. Closet
3. Chill
4. Milk

War betekent couch?

1. Jeuk
2. Stoel
3. Bank
4. Verkoudheid

Wat is de Engelse vertaling van boek?

1. Magazine
2. Book
3. Read
4. lesson

Wat betekent find?

1. vinden
2. kind
3. vriend
4. opzoeken

Wat is de Engelse vertaling van kijk?

1. Cook
2. Candy
3. Look
4. Leave

Hoe schrijf je in het Engels oranje?

1. Pink
2. Yellow
3. Green
4. Orange

Hoe schrijf je in het Engels paars?

1. Blue
2. pink
3. Violet
4. purple

Hoe schrijf je in het Engels geel?

1. Yellow
2. Violet
3. Brown
4. Black

Hoe schrijf je in het Engels roze?

1. pink
2. blue
3. red
4. green

Hoe schrijf je in het Engels wit?

1. With
2. White
3. Wite
4. Windy