Theme 3: Vocab A
Welk woord heeft niks met 'Food talk' te maken?
A
spicy
B
main course
C
change
D
vegetables
1 / 11
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Welk woord heeft niks met 'Food talk' te maken?
A
spicy
B
main course
C
change
D
vegetables
Slide 1 - Quiz
Welk woord is goed gespeld?
A
alltogether
B
custemer
C
strawbery
D
ingredient
Slide 2 - Quiz
Vertaal het Engelse woord 'salesman' naar het Nederlands
Slide 3 - Question ouverte
I found a total of three euro in change between the couch Vertaal 'couch' naar het Nederlands.
Slide 4 - Question ouverte
Wat is NIET juist?
A
altogether = alles bij elkaar
B
buy= kopen
C
find out = erachter komen
D
grape = grap
Slide 5 - Quiz
Wat is de juiste vertaling van het Engelse woord 'shopping basket'
A
winkelmandje
B
baas van een winkel
C
schoenendoos
D
winkelpersoneel
Slide 6 - Quiz
Mrs. Elias is a regular customer at the shoe store. Wat betekent 'customer'?
A
fan
B
kosten
C
klant
D
kostuummaker
Slide 7 - Quiz
Hoe heet het babietje van mevrouw Elias?
A
Luus
B
Rox
C
Fijs
D
Suus
Slide 8 - Quiz
Welk woord stond in
vocabulary A?
vocabulary A?
A
chewy
B
tasty
C
biscuits
D
strawberry
Slide 9 - Quiz
Ik ken de woordjes van Vocab A nu al goed!
A
Ja, ik weet ze allemaal.
B
Ik weet er een paar.
C
Ik ken ze bíjna allemaal.
D
Nee, ik weet er nog bijna geen één.
