Quiz hm1 hst. 4 getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Quiz hm1 hst. 4 getallen

Welke waarde heeft de 3 in het getal
5632,7?

1. 3
2. 30
3. 3 x 1 = 3
4. 3 x 10 = 30

Wat zijn de eerste drie veelvouden van 25?

1. 25, 50 en 75
2. 1, 5 en 25
3. 50, 75 en 100
4. 5, 25 en 50

Wat zijn de delers op van 42?

1. 1, 2, 3, 6, 7, 14, 21 en 42
2. 7, 14, 21, 28, 35
3. 1, 2, 4, 7 en 42
4. 42, 84 en 126

Welke getallen zijn even?
1. 88 2. 10246
3. 3345 4. 5574

1. 1 en 2
2. 1, 2 en 3
3. 1, 3 en 4
4. 1, 2 en 4

In welk rijtje staan de getallen van klein naar groot?

1. 5,005 - 5,055 - 5,05 - 5,505 - 5,5 - 5,55
2. 5,005 - 5,05 - 5,055 - 5,5 - 5,505 - 5,55
3. 5,55 - 5,505 - 5,5 - 5,055 - 5,05 - 5,005
4. 5,55 - 5,5 - 5,505 - 5,05 - 5,055 - 5,005

Schrijf 5,689 miljard met alleen cijfers.

1. 5 698 000 000
2. 5 689 000 000
3. 5 698 000
4. 5 689 000

Schrijf 567 980 000 000 000 in cijfers en woorden.

1. 567, 98 miljard
2. 567, 980 miljard
3. 567, 98 biljoen
4. 567,980 biljoen

Rond het getal 392,3285937 af op twee decimalen.

1. 392,33
2. 392,32
3. 392,328
4. 392,329

Rond het getal 392,3285937 af op drie decimalen.

1. 392,3285
2. 392,3286
3. 392,328
4. 392,329

Rond 94 459 af op honderdtallen.

1. 95 000
2. 94 000
3. 94 500
4. 94 400

Rond 94 459 af op tienduizendtallen

1. 100 000
2. 90 000
3. 95 000
4. 94 000

Bij de kassa moet ik €2,63 betalen. Ik betaal contant. Hoeveel betaal ik?

1. €2,63
2. €2,65
3. €2,60
4. €2,70

Ik koop 3,5 kg aardappelen. Ze kosten 1,15 kg. Hoeveel betaal ik?

1. €4,10
2. €4,05
3. €4,03
4. €4,02

Iedere 6de klant krijgt een verrassing. Op maandag komen er 1257 klanten. Hoeveel klanten kregen een verrassing?

1. 200 klanten
2. 209 klanten
3. 210 klanten
4. 220 klanten

Je verdient €4,25 per uur. Je krijgt
6,5% loonsverhoging. Hoeveel krijg je per uur na de loonsverhoging?

1. €0,28
2. €4,25
3. €4,52
4. €4,53

Hoeveel leerlingen wonen minder dan 5km van school?

1. 243 leerlingen
2. 619 leerlingen
3. 377 leerlingen
4. 620 leerlingen

Van de leerlingen die minder dan 2km van school wonen, komt 35% lopend. Hoeveel leerlingen zijn dat?

1. 132 leerlingen
2. 377 leerlingen
3. 134 leerlingen
4. 382 leerlingen

Van h3a komen 12 leerlingen met de fiets, 5 met de bus, 9 met de trein en 3 lopend. Hoeveel procent komt met de bus?

1. 18,52%
2. 17,24%
3. 18,5%
4. 17,2%

Wat is de verhouding van de verhoudingstabel?

1. 10 : 40
2. 24 : 96
3. 48 : 192
4. Geen van allen