MLF 1HV onderzoek doen les 2

B6 Onderzoek doen

Kennen/Kunnen
Je kunt het verschil tussen de 2 soorten onderzoek beschrijven 
Je kunt 3 manieren noemen die ervoor zorgen dat een experiment zo goed mogelijk wordt uitgevoerd
Je kunt uitleggen wat je in een discussie beschrijft
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

B6 Onderzoek doen

Kennen/Kunnen
Je kunt het verschil tussen de 2 soorten onderzoek beschrijven 
Je kunt 3 manieren noemen die ervoor zorgen dat een experiment zo goed mogelijk wordt uitgevoerd
Je kunt uitleggen wat je in een discussie beschrijft

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we doen?
  • Vorige les
  • Hoe zet je een onderzoek op?
  • onderzoeksverslag
  • zelfstandig werken
  • aftekenen
  • Afsluiten

Slide 2 - Diapositive

wat weet je nog van de vorige les?

Slide 3 - Carte mentale

Onderzoek doen
  1. Wat wil ik onderzoeken?                                de onderzoeksvraag
  2. Wat veronderstel ik?                                                      de hypothese
  3. Wat heb ik nodig?                                                       benodigdheden
  4. Wat ga ik doen?                                                                       werkwijze
  5. Wat neem ik waar?                              waarnemingen / resultaten
  6. Welke conclusie kan ik trekken?                                        conclusie
  7. Discussie

Slide 4 - Diapositive


Beschrijvend onderzoek:
  • Informatie lezen
  • Mensen bevragen
  • Vraag > onderzoek > conclusie


Experimenteel onderzoek:
  • Experiment uitvoeren
  • Vraag > hypothese > experiment > conclusie
Soorten onderzoek
  1. Hoe kun je een tomaat gezonder maken?
  2. Welk deel van de kinderen heeft overgewicht?
  3. Hoe zijn de taken verdeelt binnen een groep mieren?
  1. Nemen planten water op als het nacht is?
  2. Worden mensen sneller wakker van rood licht?
  3. Groeit een plant sneller door muziek?

Slide 5 - Diapositive

Een onderzoek uitvoeren
  • Maak een werkplan 
  • Bedenk hoe je het best resultaten kunt verkrijgen
  • Let op:
voldoende organismen
proefgroep en controlegroep
1 factor verschil
meetfouten

Slide 6 - Diapositive

Voldoende organismen
  • Liever een experiment met 50 planten dan met 2
  • Meer is beter!
  • Waarom?

Slide 7 - Diapositive

Proefgroep en controlegroep
Je kunt deze groepen vergelijken:
  • Proefgroep: Stel je bloot aan de factor die je onderzoekt
      
  • Controlegroep: Stel je bloot aan de normale factoren
       

Slide 8 - Diapositive

De factor 
Factor is de invloed die je onderzoekt

Welke facor in onderstaande voorbeelden onderzoek je?
  1. Worden mensen vroeger wakker als het eerder licht wordt?
  2. Wordt een hond sneller als je hem alleen kippenvlees voert?
  3. Groeit een plant sneller door muziek?
  4. Kunnen leerlingen zich beter concentreren in een ruimte met blauw licht?

Slide 9 - Diapositive

Maximaal 1 factor verschil
  • Bij de proefgroep laat je alle factoren normaal, behalve 1
  • Dit is de factor die je wil onderzoeken
  • Alle overige omstandigheden moeten dus gelijk

Waarom maar 1 factor verschil?

Slide 10 - Diapositive

Meetfouten
  • Tijdens een onderzoek kan er van alles fout gaan:

  1. De organismen zijn ziek geworden of kiemden niet
  2. Het weer was slechter dan verwacht
  3. Je hebt foutjes gemaakt bij het starten van het experiment
  4. Je hebt het experiment niet helemaal uitgevoerd zoals zou moeten
  5. Je hebt niet alle gegevens precies bijgehouden
  6. Je hebt per ongeluk proefgroep en controlegroep met elkaar vermengd
  7.  etc.
  • > Discussie

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag
  • Basisstof 6                                              Onderzoek doen
  • Zet een onderzoek op.                      Vul  de eerste 4 stappen in!
  • Lees en maak
  • Basisstof 7 takken
  • Kijk je werk na en teken af

timer
30:00

Slide 12 - Diapositive

Afsluiting
  • Je kunt het verschil tussen de 2 soorten onderzoek beschrijven
  • Je kunt 3 manieren noemen die ervoor zorgen dat een experiment zo goed mogelijk wordt uitgevoerd
  • Je kunt uitleggen wat je in een discussie beschrijft

Slide 13 - Diapositive

wat heb je geleerd

Slide 14 - Carte mentale