H6 Intro

Hoofdstuk 5: Nederland Handelsland
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Hoofdstuk 6: Welvaart wereldwijd?
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 5: Nederland Handelsland
Hoofdstuk 4
Paragraaf 1
Hoofdstuk 6: Welvaart wereldwijd?

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je onderstaande begrippen uitleggen, benoemen:

  • Inkomen
  • Internationale handel
  • Ontwikkelingslanden
  • Ontwikkelingssamenwerking
  • Protectiemaatregelen
  • Welvaart
LEERDOELEN

Slide 2 - Diapositive

OP de website van Tony Chocolonely staat: Met onze rekenen willen we op smakelijke wijze duidelijk maken dat de inkomsten in de chocoladewereld ongelijk verdeeld zijn. Hoe kun je dit aan de chocoladereep zelf zien?

Slide 3 - Diapositive

Tony Chocoloney probeert als eerste chocoladerepen te produceren die 100% slaafvrij zijn. Leg uit wat bedoeld wordt met een chocoladereep die 100% slaafvrij is?

Slide 4 - Question ouverte

Een reep tony chocoloney is €2,65 voor 180 gram
Een A-merk reep is €1,59 voor 130 gram.

Hoeveel euro is de reep van TC duurder dan een A-merk chocoladereep.
Let op bereken ze allebei naar hetzelfde gewicht (bijvoorbeeld 100 gram)

Slide 5 - Question ouverte

Inkomen
Internationale handel
Ontwikkelingssamenwerking
Ontwikkelingslanden
Protectiemaatregelen
Mate waarin je in je behoeften kunt voorzien
Landen met een grote economische achterstand op rijke westerse landen
Samenwerking tussen rijke landen en ontwikkelingslanden om de welvaart in ontwikkelingslanden duurzaam te vergroten
Welvaart
Maatregelen om de productie en werkgelegenheid in eigen land te beschermen tegen concurrentie uit andere landen
Het geld dat je verdient of krijgt
Handel tussen twee of meer landen

Slide 6 - Question de remorquage

Welvaart wereldwijd?
Er zijn nog grote verschillen tussen rijke westerse landen en ontwikkelingslanden

In een land is er walvaart als je veel in je behoeften kunt voorzien. Vooral in Europa of Midden-Amerika vind je welvarende of rijke landen.

De bevolking heeft daar een gemiddeld tot hoog inkomen

Inkomen per hoofd = het gemiddelde inkomen per inwoner van een land

Slide 7 - Diapositive

Welvaart wereldwijd?


Vooral in Azie Afrika en Midden-Amerika vind je veel landen waar armoede is.

De bevolking heeft gemiddeld een laag inkomen waardoor ze moeilijk in hun basisbehoeften kunnen voorzien.

Slide 8 - Diapositive

Ontwikkelingslanden
Landen met een lage welvaart hebben
een economische achterstand op rijke landen. 

Daarom worden landen met een lage welvaart
ook wel ontwikkelingslanden genoemd.

Slide 9 - Diapositive

Ontwikkelingslanden
Kenmerken van ontwikkelingslanden:
- Slechte gezondheidszorg
- Gebrek aan scholing
- Veel werkloosheid
- Snelle bevolkingsgroei
- Ondervoeding
- Analfabetisme
- Afhankelijk van 1 sector
- Beperkte technologische ontwikkelingen

- Laag inkomens per hoofd van de bevolking

Slide 10 - Diapositive

Nederland doet aan ontwikkelingssamenwerking.

Nederland stuurt mensen die bijvoorbeeld veel weten van landbouw of zorg naar Afrika om de bevolking daar op te leiden.
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 11 - Diapositive

Behalve ontwikkelingssamenwerking kunnen de rijke landen de protectiemaatregelen opheffen. 

Als rijke landen bijvoorbeeld geen invoerrechten meer heffen, dan wordt de internationale handel tussen ontwikkelingslanden en rijke landen eerlijker.
Protectiemaatregelen

Slide 12 - Diapositive

De overheid geeft ook geld aan hulporganisaties, zoals artsen zonder grenzen en Oxfam Novib. 

In de VN is afgesproken dat alle rijke industrielanden een bepaald percentage (0,7) van hun bruto binnenlands product (bbp) uitgeven aan ontwikkelingssamenwerking.
Ontwikkelingssamenwerking

Slide 13 - Diapositive

Aan de slag
Wat: Maken INTRO en weet je het nog H6
Wie: Individueel
Hoe: Stilte (mits je een vraag hebt)
Vraag?: Stel hem eerst aan je buurman/buurvrouw
Tijd: 15 minuten

Klaar: Vraag mij voor de volgende opdracht

Slide 14 - Diapositive