Should shouldn't / have got hasnt got

De planning:
Eerst uitleg BL, dan gaat KL zelf aan de slag
Dan draaien we om! KL doet mee en BL aan de slag.
De rest van de les zelfstandig werken.

LET OP: De opdrachten staan op het bord, KL BEGINT bij opdracht 10. Opdracht 8 pas na de uitleg maken.
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

De planning:
Eerst uitleg BL, dan gaat KL zelf aan de slag
Dan draaien we om! KL doet mee en BL aan de slag.
De rest van de les zelfstandig werken.

LET OP: De opdrachten staan op het bord, KL BEGINT bij opdracht 10. Opdracht 8 pas na de uitleg maken.

Slide 1 - Diapositive

Have got 
Have got --> hebben

  1. I have (got)
  2. You have (got)
  3. He/she/it has (got) --> enige uitzondering (has)
  4. We have (got)
  5. They have (got)

Slide 2 - Diapositive

I ... a brother
A
have got
B
has got
C
is got
D
are got

Slide 3 - Quiz

My sister ... a dog
A
have got
B
has got
C
is got
D
are got

Slide 4 - Quiz

Vraag maken met 'have got'

Normaal: Ik heb een nieuw shirt --> I have got a new shirt
Vraag: Heb ik een nieuw shirt? --> Have I got a new shirt?

Regel: Om een vraag te maken met 'have got' zet je de vorm van 'have got' vooraan de zin.

Slide 5 - Diapositive

Vertaal de volgende zin in het Engels:
Heeft hij een zus?

Slide 6 - Question ouverte

Maak de volgende zin vragend:
Lisa has got a sister

Slide 7 - Question ouverte

Ontkenning maken met 'have got'
Normaal: I have got a father
Ontkennend: I have not got a father

Regel: om een ontkenning te maken zet je not tussen  have/has en got 

Slide 8 - Diapositive

Maak de volgende zin ontkennend:
We have got a cat

Slide 9 - Question ouverte

Maak de volgende zin ontkennend:
You have got a nice bag

Slide 10 - Question ouverte

Ik weet hoe ik have got moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Sondage

Slide 12 - Diapositive

BL  aan de slag!

Slide 13 - Diapositive

Grammar should/shouldn't

Slide 14 - Diapositive

Giving advice
should/shouldn't + verb

Slide 15 - Diapositive

Are you hungry? You should eat something.
Bevestigen +

Slide 16 - Diapositive

You shouldn't eat unhealthy snacks.
Negatief/afraden -

Slide 17 - Diapositive

Should I ask her to come with me? Yes, you should.
Vragend ?

Slide 18 - Diapositive


A
Should
B
Shouldn't

Slide 19 - Quiz


A
Should
B
Shouldn't

Slide 20 - Quiz

This chicken smells horrible.
A
You should eat that.
B
You shouldn't eat that.

Slide 21 - Quiz

My brother is always tired.
A
He should go to bed earlier.
B
He shouldn't go to bed earlier.

Slide 22 - Quiz

Ik weet hoe ik should & shouldn't moet gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Sondage

Slide 24 - Diapositive