Tekstverbanden en signaalwoorden

Tekstverbanden en signaalwoorden
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 1 - Diapositive

Tekstverband
Een tekstverband is een relatie van delen in een tekst. Stukjes informatie in een tekst horen bij elkaar. De manier waarop ze samenhangen heet een tekstverband.
Er zijn veel verschillende soorten tekstverbanden.

Slide 2 - Diapositive

Signaalwoord
Verbanden in een tekst zien, is heel lastig. Gelukkig bestaan er signaalwoorden! Signaalwoorden geven jou een seintje:
LET OP! HIER STAAT EEN TEKSTVERBAND!

Je hoeft niet alle signaalwoorden uit je hoofd te leren, maar het is wel heel fijn als je er een paar kent. Dan kun je makkelijker teksten lezen en begrijpen.


Slide 3 - Diapositive

Welke tekstverbanden ken je nog?

Slide 4 - Carte mentale

Signaalwoord
Geen signaalwoord
 
   ook

   aan

  word

   zo

  door

  slecht

Slide 5 - Question de remorquage



Signaalwoorden van tegenstelling


Signaalwoorden van voorbeeld


Signaalwoorden van opsomming
zo
maar
en
ten eerste
zoals
toch

Slide 6 - Question de remorquage

Signaalwoorden 
van voorbeeld
Signaalwoorden 
van voorwaarde
Signaalwoorden van opsomming
Signaalwoorden van samenvatting
Signaalwoorden van oorzaak&gevolg
Signaalwoorden van tegenstelling
Signaalwoorden van tijd
Signaalwoorden van conclusie
dus
vervolgens
echter
omdat
kortom
ten tweede
mits
bijvoorbeeld
als
zoals
al met al
vervolgens
hierdoor
want
maar
daarentegen
ook

Slide 7 - Question de remorquage

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
toelichtend
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 8 - Quiz


Zoek tekstverband:
Hij heeft geen zin dus hij gaat niet mee.
A
argument
B
conclusie

Slide 9 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor conclusie?
A
Kortom
B
Ten slotte
C
maar
D
dus

Slide 10 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor reden?
A
ten eerste
B
daarom
C
bijvoorbeeld
D
maar

Slide 11 - Quiz

Welk signaalwoord is een signaalwoord voor een opsomming?
A
zoals
B
ten slotte
C
tegenover
D
denk aan

Slide 12 - Quiz

Welk signaalwoord is GEEN signaalwoord voor een opsomming?
A
en
B
ook
C
daarna
D
daarnaast

Slide 13 - Quiz

Oefening
Klik op de link op de volgende pagina. 
Maak oefening 3 en 4.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Lien

Opdracht
Ga op zoek naar een nieuwsbericht  op de website van een krant.
Lees de tekst.
Welke tekstverbanden en signaalwoorden kom je allemaal tegen?

Slide 16 - Diapositive

Opdracht
Schrijf een verslagje over jouw dag. 
Je mag GEEN signaalwoorden gebruiken.

Lukt dat? Wat valt je op?

Slide 17 - Diapositive

Workshoptijd
- Zoek/lees een boek
- Maak een fictieopdracht
- Vraag feedback op gemaakt werk
- Oefen met leesvaardigheid in Teams
(vraag om een antwoordblad)

Slide 18 - Diapositive