Werkwoordendictee 4

Werkwoorden
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Zakelijke communicatie NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 6

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Werkwoorden

Slide 1 - Diapositive

Het pakje is met touw op de fiets ... .
A
gebond
B
verbonden
C
gebonden
D
gebondt

Slide 2 - Quiz

(t.t.) Sanne ... van de glijbaan.
A
glijd
B
gleed
C
glijt
D
glijdt

Slide 3 - Quiz

(v.t.)Hij ... de vraag onmiddellijk.
A
beantwoorde
B
beantwoord
C
beantwoordde
D
beantwoordden

Slide 4 - Quiz

Wie heeft die deur ... ?
A
geforceerd
B
geforceert
C
beforceert
D
beforceerd

Slide 5 - Quiz

Vandaag ... hij 20 jaar.
A
word
B
wordt
C
werd

Slide 6 - Quiz

(v.t.) De slager ... het vlees.
A
weegde
B
woog
C
weegt
D
woogde

Slide 7 - Quiz

(v.t.) De schepen ... door de kanalen.
A
vieren
B
voeren
C
varen
D
vaarden

Slide 8 - Quiz

Anne heeft de boeken ... .
A
gebracht
B
gebrachd
C
gebrachdt

Slide 9 - Quiz

(v.t.) De kinderen ... studie boven sport.
A
verkiezen
B
verkiesden
C
verkozen
D
verkiesten

Slide 10 - Quiz

Tijdens de vakantie is de school ...
A
besloten
B
gesloten
C
gesluit

Slide 11 - Quiz

(v.t.) De koukleum ... zich in de handen.
A
wreef
B
wrijfde
C
wrijft
D
wrijfte

Slide 12 - Quiz

(v.t.) Walid ... de taart aansnijden.
A
mag
B
mogt
C
mocht

Slide 13 - Quiz

Wij hebben een nieuwe auto ... .
A
gekocht
B
gekoopt
C
gekopen

Slide 14 - Quiz

(v.t.) De spelers ... hard tegen de bal.
A
slaan
B
sloegen
C
sloeg

Slide 15 - Quiz

(t.t.) Ik ... de vensterbank.
A
meette
B
meetde
C
meetten
D
meet

Slide 16 - Quiz

(v.t.)Waarom ... je over de reden waarom je je huiswerk niet had gemaakt?
A
lieg
B
loog
C
logen
D
liegde

Slide 17 - Quiz

Kijk, hij gooit iets in het vuur. Het lijkt of hij geld ... .
A
verbrand
B
verbrant
C
verbrandt
D
verbrandde

Slide 18 - Quiz

Die man werd ten onrechte ...
A
beschuldigt
B
beschuldigd
C
verschuldigt
D
verschuldigd

Slide 19 - Quiz

Wanneer werd die misdadiger ... ?
A
vrijgepleit
B
vrij gepleit
C
vrijgepleid
D
vrij gepleid

Slide 20 - Quiz

Mijn vader ... mij dagelijks de les, hij is altijd erg streng.
A
speldt
B
speldde
C
spelde
D
spelt

Slide 21 - Quiz