Ordening start

Ordenen
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Ordenen

Slide 1 - Diapositive

Programma 
  • Lesdoelen
  • Verwondersessie: ordening
  • Workshopsessie: opdrachten maken
  • Communicatiesessie: Kahoot

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Wat is Ordenen?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

3 Domeinen
In de Tree of life is te zien hoe alle organismen zijn geordend.
De eerste levensvorm

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Van groot naar klein
Weet je nog?

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Heel simpel dierlijke cel

geen celwand.

celkern: regelt alles in de cel.

cytoplasma: vloeistof waarin alle cel onderdelen zitten.

Slide 10 - Diapositive

Menselijke cel (uitgebreid)

Slide 11 - Diapositive

Dit cel onderdeel regelt alles wat er in de cel gebeurt
A
celmembraan
B
celkern
C
cytoplasma

Slide 12 - Quiz

Ik heb het tot nu toe begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage

3 Domeinen
In de Tree of life is te zien hoe alle organismen zijn geordend.
De eerste levensvorm

Slide 14 - Diapositive

Indeling in 4 rijken doe je aan de hand van de celeigenschappen van:
 
1. Bacterie cel
2. Dierlijke cel
3. Plantencel
4. Schimmelcel
Hoe herken je ze?

Slide 15 - Diapositive

zonder
zonder
wel een celwand, geen blagroenkorrels

Slide 16 - Diapositive

Wat voor cel is dit?
A
Plantencel
B
Bacterie
C
Dierencel
D
Schimmelcel

Slide 17 - Quiz

Wat heeft een plantaardige cel wel,
wat een dierlijke cel niet heeft?
A
celkern
B
cytoplasma
C
celmembraan
D
bladgroenkorrels

Slide 18 - Quiz


Rechts zie je de 4 rijken staan. Sleep het juiste rijk naar de bijbehorende cel.
Dier

Plant
Schimmel
Bacterie

Slide 19 - Question de remorquage

Wat voor cel is dit?
A
Cel van een schimmel
B
Cel van een bacterie
C
Cel van een plant
D
Cel van een dier

Slide 20 - Quiz

Ik heb het tot nu toe begrepen..
😒🙁😐🙂😃

Slide 21 - Sondage

Soorten
Organismen behoren tot hetzelfde soort:
  • als ze zich samen kunnen voortplanten;
  • en de nakomelingen vruchtbaar zijn.

Slide 22 - Diapositive

Soorten
Soms lijken twee soorten nog zoveel op elkaar dat ze wel nakomelingen kunnen krijgen. Als twee verschillende soorten samen een nakomeling krijgen, noem je zo’n nakomeling een kruising. Een mooi woord voor kruising is hybride.

Slide 23 - Diapositive

Bij een kruising van soorten die niet tot dezelfde soort behoren, gaat het in de natuur meestal niet helemaal goed.
Voorbeeld: een muildier

Slide 24 - Diapositive

Ik snap dit onderdeel..
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

De 4 rijken, maar hoe verdeel je deze weer in soorten?
Weet je nog?

Slide 26 - Diapositive

Indelen in groepen
Rijk:  dieren
Stam: Gewervelde dieren
Klasse: Zoogdieren
Orde: Katachtigen
Familie: Katachtigen
Geslacht: Katten
Soort: Huiskat (alle rassen, van siamees tot boskat)




Voorbeeld:

Slide 27 - Diapositive

Wat ontbreekt er in deze rij?

Slide 28 - Question ouverte

Voorbeeld:

Slide 29 - Diapositive

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, van klein naar groot. De kleinste is de soort. Wat komt hierna?
Klasse
Familie
Geslacht
Rijk
Stam

Slide 30 - Question de remorquage

Ik heb het begrepen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage

Workshopsessie
Je maakt:





Wat niet af is, is huiswerk :)




timer
1:00:00

Slide 32 - Diapositive

Communicatiesessie

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Ik kan uitleggen wat het begrip ordenen betekent.
ja
nee

Slide 35 - Sondage

Ik kan uitleggen wat de kenmerken zijn om organismen te ordenen.
ja
nee

Slide 36 - Sondage

Ik kan de vier grote groepen benoemen.

ja
nee

Slide 37 - Sondage

Ik kan de kenmerken van de vier groepen benoemen.

ja
nee

Slide 38 - Sondage

Ik wil mij inschrijven voor de extra instructie
ja
nee

Slide 39 - Sondage