BK2b /B2a Grammar unit 2

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3

Welcome back!!

Welcome back!!!

Today's planning:

Today's programme:

- Check homework (Ex. 14, 15, 16)

- How much do you know already?

- 

Goal: At the end of this lesson

• Vertellen wat much & many  betekenen in het NL.
  
• Het verschil in gebruik tussen much & many uitleggen en toepassen.
  
• Weet je de verleden tijd van am/are/is + wanneer je deze gebruikt
  
• Weet je hoe je de verleden tijd van andere werkwoorden maakt
  
• Ken je 7 onregelmatige werkwoorden die je gaat leren.

STOP!..GRAMMARTIME

Let's check exercise 16!

Open your book on page 68

And now...

Je mag verder oefenen met de Past Simple Regular Verbs

Klik op de volgende link.

https:

Extra practise

• https://www.englisch-hilfen.de/en/exercises/tenses/simple_past_statements.htm
• https://agendaweb.org/exercises/verbs/past-simple-regular
• https://agendaweb.org/verbs/past-simple-regular/index.html

Wat betekenen MUCH and MANY ook alweer?

00:06

Wanneer gebruik je MUCH and MANY?

1. MUCH: bij wat je kunt tellen + meervoud
2. MANY: bij wat je niet kunt tellen + enkelvoud
3. MANY: bij wat je kunt tellen + meervoud
4. MUCH: bij wat je niet kunt tellen + enkelvoud

00:31

Sister...
Much sisters or Many sisters?

1. Much
2. Many

00:39

Money...
Much money or Many money?

1. Much
2. Many

 much & many = veel

• Je gebruikt much bij woorden in het enkelvoud 
• (of als je het niet kunt tellen).

We haven't got much money.

• Je gebruikt many bij woorden in het meervoud
• (of als je het kunt tellen).

We've got many friends

I

You

He

She

It

We

You 

They

Het werkwoord 'to be' in de verleden tijd...

was

was

was

was

were

were

were

were

WAS

WERE

Grammar: vragen/ontkenningen met was en were

Vragen: was/were vooraan in de zin: 

She was working hard.   --> Was she working hard?

They were at home.         --> Were they at home?

Ontkenningen: door not achter was/were:

He was angry.   --> He was not angry./He wasn't angry.

We were late.     --> We were not late./We weren't late.

Hoe maak je een vraag met was/were?

1. Wasn't /weren't
2. Achter I, you enz. zetten
3. Vooraan in de zin zetten
4. geen idee!

Hoe maak je een ontkenning met was/were?

1. wasnt / werent
2. wasn't / weren't
3. was'nt / were'nt
4. geen idee

Was of were?

... I late for class?

1. Was
2. Were

Wasn't of weren't?

He ... at the seaside on Monday.

1. wasn't
2. weren't

Maak de zin ontkennend
They were nice people.

Maak de zin ontkennend.
Lenny and I were fighting.

Was of were?

... you in the garden?

1. Was
2. Were

Was of were?
... they at school yesterday?

1. was
2. were

Maak de zin vragend.

Tom and Lynn were working hard.

Maak de zin vragend.

Jim was reading a book.