H3, zijn willen hebben kunnen

Nederlands

Nederlands
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Nederlands

Nederlands

Slide 1 - Diapositive

Huiswerk
je moest maken  blz. 112 t/m 115
Gelukt?
we gaan de antwoorden samen bespreken.

Slide 2 - Diapositive

Herhalen ik-vorm
We gaan samen herhalen!

Slide 3 - Diapositive

Wat weet je nog over de ik-vorm?

Slide 4 - Question ouverte

Hoe maak je de ik-vorm?

Slide 5 - Question ouverte

Wat is de ik-vorm van het werkwoord rennen?
A
renn
B
ren
C
rent
D
rennen

Slide 6 - Quiz

Wat is de ik-vorm van het werkwoord snuiten?
A
snuit
B
snui
C
snuitt
D
snuiten

Slide 7 - Quiz

Wat leer je?

Leren over de werkwoorden hebben,  zijn, kunnen en zullen


Slide 8 - Diapositive

Hebben, zijn, zullen, willen en kunnen

Moeilijke werkwoorden




Slide 9 - Diapositive

Hebben

Slide 10 - Diapositive

Zijn

Slide 11 - Diapositive

Even oefenen:
Ik-vorm t.t. van zijn

Slide 12 - Question ouverte

Hij-vorm t.t. van zijn

Slide 13 - Question ouverte

Wij-vorm (meervoud) t.t. zijn

Slide 14 - Question ouverte

Ik-vorm t.t. van hebben

Slide 15 - Question ouverte

Hij-vorm t.t. van hebben

Slide 16 - Question ouverte

Wij-vorm (meervoud) t.t. hebben

Slide 17 - Question ouverte

Nu oefenen we verder met...
Kunnen en zullen

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Ik-vorm t.t. kunnen

Slide 21 - Question ouverte

Hij/zij-vorm t.t. kunnen

Slide 22 - Question ouverte

Wij-vorm v.t. kunnen

Slide 23 - Question ouverte

Ik-vorm t.t. zullen

Slide 24 - Question ouverte

Hij/zij-vorm v.t. zullen

Slide 25 - Question ouverte

Hij/zij-vorm t.t. zullen

Slide 26 - Question ouverte

Wij-vorm v.t. zullen

Slide 27 - Question ouverte

Huiswerk
Maken blz. 116 t/m 119

Slide 28 - Diapositive