Spelling Blok 2 (1/3)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom!

Ga rustig zitten, pak je leesboek en start met lezen!

Wat gaan we doen?

- Terugblik (5 min.)

- Lesdoelen doornemen (2')

- Instructie  (5')

- Zelf aan de slag (20')

- Evaluatie (3')

Terugblik (7')

Bespreek met elkaar:

• Wat is het verschil tussen de ik-vorm en de stam?
• Welke 3 kenmerken heeft een persoonsvorm?
• Welke 3 manieren hebben we om een pv in de tegenwoordige tijd te vervoegen?
• Waar moet je extra goed op letten bij het vervoegen?

Klaar? Bedenk een zin met het werkwoord 'vinden' in de t.t., derde persoon enkelvoud!

0

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

• ...kun je de persoonsvorm tegenwoordige tijd (t.t.) vervoegen
• ...kun je de persoonsvorm verleden tijd (v.t.) vervoegen

Er zijn twee soorten werkwoorden in de verleden tijd:

1. Sterke werkwoorden

2. Zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd

(ik loop = ik liep)

Bedenk nu samen nog vijf voorbeelden van een sterk werkwoord!

Zwakke werkwoorden veranderen niet van klank,

 daar komt iets achter:

(ik hoop = ik hoopte)

Bedenk nu samen nog vijf voorbeelden van een zwak werkwoord!

0

Zelf aan de slag!

- Maak opdr. 1, 2, 4 en 5 (blz. 78 - 81).

- Klaar? Kijk je werk na via It's, of:

- Ga naar www.tinyurl.com/y9ztm79d

Had je alles goed? 

--> Maak de plusopdrachten (paars)

--> Verder lezen in je leesboek.

Had je meer dan 2 foutjes in de opdrachten?

--> Maak de extra oefeningen (blauw)

--> Maak één van de plusopdrachten

Antwoorden opdr. 11

1 De spelling is goed.

2 Hier hoort ‘begrenst’ te staan. Het is de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd, dus je schrijft de ik-vorm + t.

3 Hier hoort ‘rijdt’ te staan. Het is de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd, dus je schrijft de ik-vorm + t.

4 Hier hoort ‘biedt’ te staan. Het onderwerp is niet ‘je’, maar ‘dat bedrijf’, dus je schrijft de ik-vorm + t.

5 De spelling is goed.

6 Hier hoort ‘Wordt’ te staan. Het onderwerp is niet ‘je’, maar ‘je oma’, dus je schrijft de ik-vorm + t.

Antwoorden Blok 2: opdr. 1

1. vermoed = vermoedt

 wordt = word

 benadeeld = benadeelt

 ontaard = ontaardt

 bedoelt = bedoelen

2. vermoedt, benadeelt en ontaardt staan alle drie in de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd. Die persoonsvormen spel je als de ik-vorm + t.

 Bij de persoonsvorm word staat het onderwerp je erachter, dus je schrijft hier alleen de ik-vorm.

 Het getal van de persoonsvorm bedoelt is niet gelijk aan het onderwerp. Deze persoonsvorm moet in het meervoud, omdat het onderwerp ‘Klaas’ oom en zijn buurman’ ook in het meervoud staat.

Antwoorden Blok 2: opdr. 2

1. uitkiezen, genezen, krimpen, graven, rijgen, zwerven, snuiten

2. uitkiezen – ik koos uit

 genezen – ik genas

 krimpen – ik kromp

 graven – ik groef

 rijgen – ik reeg

 zwerven – ik zwierf

 snuiten – ik snoot

3 Eigen werk.

Antwoorden Blok 2: opdr. 4

1 brandde

2 glansde

3 dichtte

4 overleefden

5 zaaide

6 downloadde

7 flirtte

8 omhelsde

9 hoestte

10 zoefden

Antwoorden Blok 2: opdr. 5

1 ik matchte

2 jullie dumpten

3 de regisseur timede

4 wij babysitten

5 jij jamde

6 hij grilde

Extra oefening 

1. Persoonsvorm vinden in een zin

2. Ik-vorm maken

3. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (1)

4. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (2)

5. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (3)

6. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (4)

7. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (5)

8. Persoonsvorm vervoegen in t.t. (6) -> meerdere oefeningen!

PV TT

Lees de theorie op blz. 24 én 25

Extra oefening 

1. De verleden tijd van sterke werkwoorden: oefening 1 & oefening 2

3. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (1)

4. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (2)

5. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (3) 

6. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (4) 

7. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (5)

8. Persoonsvorm vervoegen in v.t. (6) -> scroll naar beneden voor meerdere oefeningen!

PV VT

Lees de theorie op blz. 72 - 73

Plusopdrachten

1. Oefening verleden tijd van sterke én zwakke werkwoorden

2. Oefening verleden tijd van sterke én zwakke werkwoorden

3. Oefenen met de pv in de tegenwoordige tijd (t.t.) én verleden tijd (v.t.) van zwakke en sterke werkwoorden **

Plusopdrachten

Zoek uit waar het ezelsbruggetje 't ex-kofschip vandaan komt. 

De medeklinkers in ’t ex-kofschip zijn niet zomaar een samenraapsel van willekeurige letters: deze medeklinkers zijn met een reden gekozen. Waarom zit de b niet erin, of de z? Jij gaat dit uitzoeken en geeft er zo veel mogelijk uitleg en voorbeelden bij. 

• Werk de opdracht uit in Word of PowerPoint en deel dit met mij in OneDrive. 
  

Plusopdrachten

Vergelijk verschillende soorten uitleg en geef je mening.

Op internet staat op heel veel verschillende websites werkwoordspelling uitgelegd. Zoek minstens vier keer de uitleg en zet ze op volgorde: welke vind je het duidelijkst en welke het minst duidelijke? Leg uit waarom elke uitleg duidelijk/onduidelijk, handig/onhandig, volledig of niet is. Geef je mening zo duidelijk mogelijk.

• Werk je opdracht uit in Word of PowerPoint en deel dit met mij in OneDrive.
  

Evaluatie