H1 herhalen voortgangstoets

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Voortgangstoets Spaarneweek 2

• H1 – Getallen
  
• H2 – Grafieken
• H5 – Vergelijkingen 
• H6 – Schaal

Hoofdstuk 1 - Getallen

Vandaag:

• Delers, veelvouden, even en oneven
  
• Negatieve getallen
  
• Kwadraten en wortels
  
• Afronden

Begrippen 1

Geheel getal     = getal zonder komma

Deelbaar            = als je na een deling op een geheel getal uitkomt

Deler                    = het getal waar je door deelt

Veelvoud            = het aantal x een getal

Even getal         = deelbaar door 2

Oneven getal   = niet deelbaar door 2

Wat is een deler van 8?

1. 0,8
2. 16
3. 2
4. 80

Wat is geen deler van 12?

1. 1
2. 3
3. 6
4. 9

Wat is een veelvoud van 3?

1. 0,3
2. 1
3. 13
4. 90

Wat is een veelvoud van 18?

1. 81
2. 9
3. 180
4. 1,8

Oneven getallen

Even getallen

71

12

32

3

9

14

44

17

Negatieve getallen

Warme blokjes in de ketel --> warmer (10 + 8 = 18)

Koude blokjes in de ketel --> kouder (10 + -8 = 2)

Warme blokjes uit de ketel --> kouder (10 - 8 = 2)

Koude blokjes uit de ketel --> warmer (10 - - 8 = 18)

Wat is de uitkomst?

3 + -9 = ......

1. 12
2. -6
3. -3
4. -12

Wat is de uitkomst?

-30 + -5 = ......

1. -25
2. 35
3. 25
4. -35

Maak de som compleet:
12 + ...... = 3

Begrippen 2

Kwadraat                = getal keer zichzelf

Kwadraat van 4 🡪 4 x 4 = 16

Kwadraat van -7 🡪 -7 x -7 = 49

Wortel                     = tegenovergestelde van kwadraat

bijvoorbeeld √36 = 6, want 6 x 6 = 36

Wat is het kwadraat van 8?

1. 16
2. 64
3. 4
4. 80

Wat is het kwadraat van 13?

1. 26
2. 130
3. 169
4. 196

Wat is de wortel van 100?

1. 10
2. 2
3. 50
4. 1

Afronden bij wortels

Afronden op één decimaal --> afronden op één getal na de komma

3,12 --> we kijken naar de 2 dus het wordt 3,1

3,16 --> we kijken naar de 6 dus het wordt 3,2

Rond 3,426 af op één decimaal

1. 3,4
2. 3,5
3. 3,42
4. 3,43

Rond 3,192 af op één decimaal

1. 3,20
2. 3,19
3. 3,2
4. 3,1

Bereken de wortel van 17
Rond af op één decimaal

Begrippen hoofstuk 1

Geheel getal            = getal zonder komma

Deelbaar                   = als je na een deling op een geheel getal uitkomt

Deler                          = het getal waar je door deelt

Veelvoud                 = het aantal x een getal

Even getal              = deelbaar door 2

Oneven getal        = niet deelbaar door 2

Kwadraat                = getal keer zichzelf

Wortel                     = tegenovergestelde van kwadraat

Leer de begrippen uit je hoofd!

Bijvoorbeeld met flashcards