1.1 Delers, veelvouden, optellen en aftrekken / 3.1 Wortels van getallen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

k2c - Wiskunde

• Lesdoelen
  
• Uitleg paragraaf 1.1
  
• Aan het werk
• Aan de slag!

Nakijken:

- Let op het antwoord, maar ook op de berekening.

- Leer van je fouten.

- Vraag om uitleg of extra controle. 

- Markeer belangrijke (lastige) opdrachten.

Terugblik leerjaar 1.

Welk getal is even?

1. 10,5
2. 3
3. 7
4. 8

Terugblik leerjaar 1.
Noem een oneven getal.

Terugblik leerjaar 1.

Reken uit:
-5 + 6 = ..

1. -11
2. 1
3. -1
4. 11

Terugblik leerjaar 1.

Reken uit:
-5 - - 6 = ..

1. -11
2. 1
3. -1
4. 11

Doelen van de les

- De leerling weet wat een geheel getal is. 

- De leerling kan benoemen wat delers en veelvouden zijn. 

- De leerling kan even en oneven getallen aanwijzen, en uitleggen waarom ze even of oneven zijn.

- De leerlingen kan optellen en aftrekken (ook met negatieve getallen)

Paragraaf 1.1

Een geheel getal is een getal zonder dat er een komma in zit.

Je kunt gehele getallen delen, maar niet bij elk getal is die uitkomst een geheel getal. Als je een getal deelt en er komt een geheel getal uit, dan noem je dat getal een deler.

VB: 27:3 = 9 Hier deel je 27 door 3 en daar komt het hele getal 9 uit. 3 is hier de deler. 

Paragraaf 1.1

Een getal wat deelbaar is door een bepaald getal, noem je de veelvoud van dat getal.

VB: Veelvouden van 5 zijn 10, 15, 25, 200 

Even getallen zijn getallen die deelbaar zijn door 2

Oneven getallen zijn getallen die niet deelbaar zijn door 2 

Paragraaf 1.1 

Bij het optellen en aftrekken kijken we vaak naar een heks die aan het koken is.

De heks kan:

- warme of koude

blokjes gebruiken

- Blokjes erin doen of

eruit halen

Paragraaf 1.1 

Oefenen met de heks:

• 5 + -6 =
• -18 + 23=
• -4 --8=
• -7+-15
• -9-8=

Uitleg havo

Wat is een 'wortel'?

Maak nu som 1 t/m 3

Exact of benadering

Maak som 5 t/m 7

Lijst van wortels/kwadraten

Maak een lijst van de kwadraten van de getallen 1 t/m 20

en zet daarachter de wortel van het getal. (zie voorbeeld)

1​2​​=1

√​1​​​=1

2​2​​=4

√​4​​​=2

3​2​​=.....