3.1 Leenheren, leenmannen en horigen

3. Monniken en Ridders
Leenheren, leenmannen en horigen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

Cette leçon contient 32 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

3. Monniken en Ridders
Leenheren, leenmannen en horigen

Slide 1 - Diapositive

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Diapositive

De Middeleeuwen

  • De tijd na het Romeinse Rijk (Oudheid) en vóór de Nieuwe Tijd.

Slide 3 - Diapositive

Onrustige tijden in Europa
500-800

Val West-Romeinse Rijk:
  • Veel oorlogen
  • Reizen gevaarlijk 
  • Bevolking kromp
  • Minder handel - minder geld in omloop
  • Grote steden verdwijnen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Boeren gebonden aan de grond.
  • Boeren waren gebonden aan de grond.
  • als  een vrije boer kiest voor veiligheid wordt een pachtboer/ horige.
  • lijfeigenen = slaven. Ook de slaven worden horigen. 

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Het hofstelsel

Slide 8 - Diapositive

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je uitleggen wat een domein is.

Aan het eind van deze les
Kun je uitleggen hoe het hofstelsel werkt


Slide 9 - Diapositive

Het domein
Het landgoed van de heer bestond uit twee delen: 
1. Vroonland  
2. Hoeveland 
  • In ruil voor het hoeveland moesten herendiensten worden gedaan en/of een deel van de opbrengst werd aan de heer betaald. 

Slide 10 - Diapositive

1) Vroonland

- Privé-eigendom van de heer.
- Alle opbrengsten van deze akkers, weilanden en boomgaarden gingen naar de heer toe. 
- Hier staat het huis van de domein heer, een molen en een brouwerij
- Land wordt bewerkt door horigen zonder hoeve en lijfeigenen(slaven).

2) Hoeveland

- Verdeeld in kleine stukjes grond. 
- Horigen en vrije pachtboeren bewerkten dit land, maar het bleef eigendom van de heer
- Eigen dieren van de horigen mochten hier wel worden gehouden.

Slide 11 - Diapositive

Het Domein van de heer.

Slide 12 - Diapositive

1. Vroonland                 2. Hoeveland            3. Kerk.

Slide 13 - Diapositive

vroonland=land van de heer.

Slide 14 - Diapositive

Vroonland
Hofstelsel
Domein

Slide 15 - Diapositive

Het hofstelsel:

Slide 16 - Diapositive

Hofstelsel
Heer
Horige

Slide 17 - Diapositive

Theorie
Domein: landgoed van de heer of klooster waaraan horigen zijn gebonden. 
Vroonland: Deel van het domein waar de heer woont.
Hofstelsel: Systeem waarbij ene deel van domein door de heer wordt gebruikt en het andere wordt geleend aan horige boeren.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Huiswerk:
Maken 3.1 
- Opdracht 1 t/m 5 

Slide 20 - Diapositive

Feodalisme

Slide 21 - Diapositive

Germaanse volkeren werden aangevoerd door krijgsheren. Deze krijgsheren worden koningen.


Slide 22 - Diapositive

Theorie
  • Koningen probeerden instellingen van het Romeinse Rijk  behouden. Dit lukte vaak niet: 

  • Geen hoofdsteden;
  • Te weinig  klerken (mensen die konden schrijven en lezen en verstand van bestuurszaken) 

Slide 23 - Diapositive

Van Merovingers naar Karolingers
  • Door erfrecht versplintert het rijk van koning Clovis 481-511 (Merovinger)
        -  Veel oorlogen en slecht bestuur

  • Bestuur werd overgelaten aan hun hofmeiers. De Karolingers.


Slide 24 - Diapositive

Het feodale stelsel onder Karel Martel
  • Karel wilde een ruiterleger en een degelijk bestuur                                            
  • Vazallen werden beloond met een leen                          
  • De persoonlijke eed van trouw was gedurende het leven 

Slide 25 - Diapositive

Karel de Grote beloonde  ook graven, hertogen en andere bestuurders met lenen. Zo ontstonden er in het bestuur feodale verhoudingen.

Gevolg: Verbrokkeling van de macht.

Slide 26 - Diapositive

Het feodalisme/ leenstelsel

Slide 27 - Diapositive

Na de dood van Karel de Grote:
  • één zoon, Lodewijk de Vrome.
  • kleinzonen delen het rijk op in 3 delen.
  • leenmannen gaan hun gebied steeds meer als hun eigendom zien.
  • macht gaat over van vader op zoon (erfelijk) , geen eed van trouw meer.

Slide 28 - Diapositive

Maken 3.1 
- Opdracht 1 t/m 5 
- Opdracht 7 t/m 9

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Vidéo

Slide 31 - Diapositive

Missionarissen
  • Rondreizende priesters met als doel mensen te bekeren tot het christendom

  • Bonifatius / Willibrord

Slide 32 - Diapositive