Verder met 3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Daarna aan het werk
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Deze les
Verder met 3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Daarna aan het werk
Slide 1 - Diapositive
De Republiek in de Gouden Eeuw
3.2 Amsterdam stapelmarkt van de wereld
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Leerdoel
Hoe werd Amsterdam de stapelmarkt van Europa n welke gevolgen had dat voor onze nijverheid en de landbouw?
Slide 4 - Diapositive
Handelskapitalisme
Winst proberen te maken door handel te drijven én door gekochte materialen en grondstoffen te laten bewerken en daarna te verkopen met meer winst noemen we handelskapitalisme.
In Amsterdam door onder andere immigratie
Slide 5 - Diapositive
Immigratie
Amsterdam groeit uit tot een echte wereldstad en overal vandaan trekken mensen naar Amsterdam.
- Een beter bestaan
- Door oorlog in andere landen
- Vervolging vanwege geloof
Slide 6 - Diapositive
Specialisatie en commerciële landbouw
Nu er via Amsterdam genoeg graan voor brood en pap binnenkwam, loonde het voor de boeren niet meer om graan op hun akkers te verbouwen.
Nederlandse boeren gaan voortaan specialiseren in de productie van melk, boter, kaas, vlees, vlas/hennep en turf.
Slide 7 - Diapositive
Specialisatie en commerciële landbouw
De boeren produceerden voortaan niet alleen voor het eigen dorp, maar voor de hele Republiek en ook het buitenland.
Die marktgerichte manier van boerenbedrijvigheid noemen we commerciële landbouw.
Slide 8 - Diapositive
Commerciële nijverheid
Nijverheid in de Nederlandse steden ging zich specialiseren Scheepswerven Zaanstreek
Leiden en Haarlem
Delftsblauw
Goudse pijpen
Textiel
Slide 9 - Diapositive
Binnenlands verkeer
persoonsvervoer per boot en schip gemoderniseerd
Slide 10 - Diapositive
Beurtschippers
Slide 11 - Diapositive
Postkoetsen
Slide 12 - Diapositive
Aan het werk
Gebruik je leerboek 3.2 op p. 56-58
Maak opdracht 27, 28, 29, 30 en 33 in je werkboek (p. 81-83)