Hartproblematiek bij Syndroom van Down

Hartaandoeningen die voor kunnen komen bij syndroom van Down 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
WelzijnMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Hartaandoeningen die voor kunnen komen bij syndroom van Down 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het doel 
Inzicht krijgen in hartproblematiek bij cliënten met het syndroom van Down. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Syndroom van Down
 Een aangeboren aandoening. 
Gekenmerkt door een extra chromosoom (47). 
Andere benaming trisomie 21.  

Weetje: Ongeveer de helft van alle kinderen met syndroom van Down wordt geboren met een hartafwijking (40-50%). 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn parameters ook al weer?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werkt de bloedsomloop? 

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke hartziekten kennen we?

Slide 7 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Open Ductus van Botalli (ODB)


Verbinding tussen de aorta en de longslagader
Om dit te begrijpen moeten we eerst wat weten over de foetale bloedsomloop

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Foetale bloedsomloop

Slide 9 - Diapositive

Na de geboorte sluit het foramen ovalen (gaatje tussen de boezems) door de toenemende druk in de linkerkamer en de afnemende druk in de longslagader. De open ductus sluit onder invloed van hormonen (chemische processen) na de geboorte binnen 3 dgn (normaliter), door de verschillende druk zal deze gang deze 3 dagen niet meer gebruikt worden. 

Slide 10 - Diapositive

Als de ductus niet sluit, blijft er een verbinding bestaan tussen de longslagader en de aorta, waardoor er bloed van de circulatie met de hoogste druk (linker harthelft) naar de circulatie met de laagste druk (rechter harthelft) kan gaan stromen. Tot 6 maanden kan er nog een spontane sluiting ontstaan.
Anders behandeling met medicatie of chirurgische ingreep

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Symptomen ODB
Infecties van de luchtwegen (door overvulling van de longen)

Achterblijven in de groei

kortademigheid en benauwdheid

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

AVSD = Atrioventriculair septumdefect 

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 14 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Normaal vs. AVSD

Slide 15 - Diapositive

Het bloed zal van de holte met de hoogste druk naar de holte met de laagste druk zal stromen. Dus van de linkerzijde naar de rechterzijde. De rechterzijde van het hart voorziet de longen van bloed. Hierdoor zal er meer bloed door de longen stromen.
Zichtbare symptomen. 
  • Ademhalingsproblemen
  • Cyanose (blauwkleuring van de huid en lippen)
  • Oedeem (gezwollen benen)
  • Vermoeidheidsklachten
  • Onregelmatige hartslag

Verklaring voor bovenstaande symptomen? 

Slide 16 - Diapositive

Als er te veel bloed door de longen stroomt, ontstaat er overvulling van de longvaten (Pulmonale hypertensie). Er stroomt te veel bloed door de vaten van de longen en in verhouding minder bloed door het lichaam. Daarbij komt de zuurstofopname in de longen in het gedrang. Dit samen kan leiden tot hartfalen (decompensatio cordis). Het hart kan de grote hoeveelheid bloed dat uit de longen komt niet meer opvangen en zich niet meer aanpassen om het lichaam van voldoende zuurstofrijk bloed te voorzien

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

(in)spanning kan symptomen verergeren.
Waarom?

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Casus:
Pieter is een 43-jarige man met het syndroom van down.
Hij is bekend met hoge bloeddruk, maar hier merk jij eigenlijk nooit iets van. Hij kan niet praten. De laatste tijd kijkt hij bleek en wilt hij niet meer mee gaan wandelen. Hij slaapt langer en is kortademig als hij de trap op is gelopen.
Vraag 1: Welke symptomen herken je en kun je ze ook verklaren?
Vraag 2: Welke actie onderneem je? 

Slide 19 - Diapositive

Bij een hoge bloeddruk moet het hart harder werken dan normaal. Het moet tegen een hoge druk het bloed in het lichaam pompen. De hartspier wordt dan dikker en minder soepel, en na een tijdje stijver. Er ontstaat hartfalen. 
Welk groot bloedvat vertrekt uit de rechterkamer van het hart?
A
De bovenste holle ader
B
De aorta
C
De longslagader
D
De longader

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de kleine bloedsomloop?
A
In de kleine bloedomloop wordt bloed van het hart naar de longen gepompt voor gasuitwisseling
B
In dit gedeelte van de bloedsomloop wordt lymfevocht opgenomen in het bloed.
C
Via de kleine bloedsomloop wordt bloed naar de darmen gepompt. Daar worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed.
D
In de kleine bloedsomloop stroomt bloed van de boezems naar de kamers.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welk gedeelte van het hart is de wand het dikst?
A
Linkerboezem
B
Linkerkamer
C
Rechterboezem
D
Rechterkamer

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een voorbeeld van chronische overbelasting van het hart?
A
Een longembolie
B
Een ziekte aan de hartspier
C
Lekkende kleppen
D
Longontsteking

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk medicijn verlaagt de bloeddruk door het tegengaan van vasoconstrictie (=vernauwen van slagader)?
A
Bètablokkers
B
Diuretica
C
Bloedverdunners
D
ACE remmers

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het grootste bloedvat van ons lichaam?
A
Aorta
B
Longslagader
C
Poortader
D
Holle ader

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Steunkousen kunnen bij de behandeling horen van hartfalen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Vul in: Ik vond deze les ...

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions