240905 Welkom + spelling §2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom V2b!

Wat gaan we doen?

• Kennismaken (30 min)
• Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om? (5 min)
• Planning deze periode bespreken (5 min)
  
• Spelling §2: leestekens (30 min)
• Lesafsluiting (5 min)

Kennismaken

Wat is het meest oninteressante feitje over jezelf?

of

Wat is juist een interessant feitje over jezelf?

Wat gaan we doen?

• Kennismaken (30 min)
• Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om? (5 min)
• Planning deze periode bespreken (5 min)
  
• Spelling §2 (30 min)
• Lesafsluiting (5 min)

Hoe gaan we met elkaar om?

• We luisteren naar elkaar;
  
  
•  We komen voorbereid naar de les;
  
  
• Vragen? Steek je vinger op.

Wat neem ik mee?

• Lesboek
• Pen
• Schrift
• Leesboek
• iPad

Heb je vragen?

Werkdagen: dinsdag, donderdag, vrijdag

Mail of Teams.

Nette berichten krijgen sneller antwoord!

Hoe gaan we met elkaar om?

Ik mag samenwerken.

Ik werk alleen, maar als ik een dringende vraag heb dan mag ik deze aan de persoon naast mij stellen.

Ik werk alleen en in stilte.

Wat gaan we doen?

• Kennismaken (30 min)
• Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om? (5 min)
• Planning deze periode bespreken (5 min)
  
• Spelling §2 (30 min)
• Lesafsluiting (5 min)

Planning eerste periode:

Spelling

§1 t/m 6

Leesvaardigheid

§1 t/m 3

Boek lezen

Vrije keuze

Toetsen eerste periode:

Spelling

Telt 1x mee

In week 40 (begin oktober)

Leesvaardigheid

Telt 2x mee

In week 46 (Toetsweek 1)

Wat gaan we doen?

• Kennismaken (30 min)
• Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om? (5 min)
• Planning deze periode bespreken (5 min)
  
• Spelling §2 (30 min)
• Lesafsluiting (5 min)

Spelling §2

Leestekens: komma, vraagteken, uitroepteken, punt

1. Kan jij goed zingen
2. Ik heb zin in de vakantie
3. Wauw, wat mooi
4. Nadat ik dit broodje gegeten heb ga ik naar huis

 

Spelling §2

Ik gebruik dus:

1. een punt aan het eind van een mededelende zin;
2. een vraagteken aan het eind van een vraag;
3. een uitroepteken om een zin nadruk te geven;
4. een komma tussen twee persoonvormen,  voor een verbindingswoord (omdat, maar, daarom) en bij een opsomming.

Spelling §2

Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

1. Zij zei dat heb je goed gedaan
2. Dit eet ik het liefst sushi en patat

 

Spelling §2

Leestekens: dubbele punt en aanhalingstekens

1. Zij zei dat heb je goed gedaan
2. Dit eet ik het liefst sushi en patat
   
   
3. Wie een vraag heeft zei de docent kan een vinger opsteken

 

Spelling §2

Ik gebruik dus:

1. een dubbele punt als ik citeer wat iemand gezegd heeft
2. een dubbele punt voor een aankondiging
3. een dubbele punt voor een reden/uitleg
   
   
4. aanhalingstekens als ik citeer wat iemand gezegd heeft

Opdracht:

Opdracht:

Maak van spelling §2 (blz. 250) opdracht 1 en 2

Hoe: alleen

Nodig: schrift, pen

Klaar: maak alvast opdracht 3

Wat gaan we doen?

• Kennismaken (30 min)
• Afspraken maken > hoe gaan we met elkaar om? (5 min)
• Planning deze periode bespreken (5 min)
  
• Spelling §2 (30 min)
• Lesafsluiting (5 min)

Lesafsluiting

• Wat hebben we deze les gedaan?
• Wat heb jij voor nieuws geleerd?
• Wat ging goed bij jou en wat kon beter? 

Volgende les:

• Verder met spelling §2
• Starten met lezen §1

Huiswerk:

Denk vast na over een leesboek. Vanaf volgende week gaan we elke les starten met lezen.