lit gs

10 min in stilte lezen! 
1 / 41
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 41 diapositives, avec diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

10 min in stilte lezen! 

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Literatuurgeschiedenis

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nederlandse literatuurgeschiedenis - waarom eigenlijk?
Literatuurgeschiedenis is een verhaal van onze cultuur:
  • Hoe mensen leefden
  • Wat mensen dachten en voelden
  • Wat belangrijk was voor hen
Gedeeld via verhalen, gedichten, drama

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrip van de Nederlandse samenleving
  • Erfgoed = belangrijk
  • Wie waren: Rembrandt, Vondel, Multatuli?
  • P.C. Hooft ≠ alleen winkelstraat

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In den beginne...
  •  Mensen konden niet lezen, schrijven, na jagen alleen maar verhalen luistere/vertellen
  •  Langzaam maar zeker ook over dingen waarover nagedacht werd: dood, waarom kou, etc.
  •  Antwoorden gezocht in God of Goden.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoorden werden 'gevonden'....
  • Vraagstukken/thematieken vaak hetzelfde:
  1. Vertrouwen in God(en)
  2. Straf bij niet volgen regels

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vertrouwen in God
Niet omkijken



Orpheus (Griekse mythologie)
Lot (Bijbels verhaal): vrouw verandert in zoutpilaar

Hoogmoed
Hoofdpersoon denkt gelijk heel wat te zijn, voelt zich gelijk aan God(en)

Hoogmoed eindigt altijd in straf

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

'Leentjebuur' en intertekstualiteit
Oorsprong wereldliteratuur: verhalen lenen van elkaar
Voorbeelden:
Lion King → gebaseerd op Hamlet (Shakespeare)


Elementen hergebruiken = intertekstualiteit

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Cultuur en ontwikkeling

  • Cultuur = constant in ontwikkeling
Sommige ideeën, waarden en normen blijven
  • Belangrijke aspecten van cultuur:
  1. In leven houden
  2. Bestuderen
  3. Doorgeven aan nieuwe generaties
  • Confrontatie met ideeën uit het verleden:
  1. Nadenken over:
Wie ben ik?  Welke ideeën zijn belangrijk voor mij?

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

vraag
Wat is het motto van de middeleeuwen?

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Driedeling Middeleeuwen
Vroege middeleeuwen (500-1000)
  •  Bekering tot het Christendom
  • Geestelijken waren vrijwel de enigen die konden lezen en schrijven
  • Zeer grote invloed van het geloof (theocentrisch)
Hoge middeleeuwen (1000-1300)
  • Eerste steden ontstaan
  • Literatuurgeschiedenis ‘begint’ ca. 1100
  • Eerste universiteiten komen op
Late middeleeuwen (1300-1500)
  • Burgerij krijgt meer macht  en cultuur krijgt een burgerlijk karakter
  • Het grootste gedeelte van de maatschappij behoort niet tot een van de drie standen

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De middeleeuwse maatschappij
Kenmerken:
1. Standenmaatschappij
2. Theocentrisch
3. Ridderlijk karakter
4. Burgerlijk

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Theocentrisch
  • Het geloof in God speelt een belangrijke rol in de maatschappij.
  • Alleen geestelijken konden lezen en schrijven. 
  • Mensen moesten hard werken, goed leven en veel bidden om in de hemel te kunnen komen.  

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 18 - Diapositive

Afbeelding: Fresco op de muur van de kerk van Hrastovlje in Slovenië (1490).

Slide 19 - Diapositive

De rooms-katholieke kerk domineert het leven in de middeleeuwen. De geestelijkheid (bisschoppen, priesters, monniken, nonnen) vormen de eerste stand, de adel (vorsten, graven en ridders) de tweede en de boeren de derde stand. Later, met de opkomst van de steden, komt daar de burgerij bij.
De hoofse cultuur ontstaat als reactie op ruw en onbeschaafd gedrag. Je hoort jezelf onder controle te houden, een ander in zijn waarde te laten en je hoffelijk te gedragen (etiquette).
Het volk kent geen Latijn (de taal van de geestelijkheid en adel). Steeds meer verhalen en liederen worden geschreven in de volkstaal: het Middelnederlands, dat grote regionale verschillen kent.
Boeken worden met de hand gemaakt en teksten met de hand geschreven op perkament. Alleen de allerrijksten konden zich zo’n boek (handschrift) permitteren.
Verhalen worden niet gelezen maar verteld. Het christelijk wereld- en mensbeeld, en later ook de hoofse cultuur, worden op de preekstoel door priesters doorgegeven en door verhalen en liederen van rondtrekkende minstrelen. troubadours en toneelgezelschappen.

De rooms-katholieke kerk domineert het leven in de middeleeuwen. De geestelijkheid (bisschoppen, priesters, monniken, nonnen) vormen de eerste stand, de adel (vorsten, graven en ridders) de tweede en de boeren de derde stand. Later, met de opkomst van de steden, komt daar de burgerij bij.

De hoofse cultuur ontstaat als reactie op ruw en onbeschaafd gedrag. Je hoort jezelf onder controle te houden, een ander in zijn waarde te laten en je hoffelijk te gedragen (etiquette).
Het volk kent geen Latijn (de taal van de geestelijkheid en adel). Steeds meer verhalen en liederen worden geschreven in de volkstaal: het Middelnederlands, dat grote regionale verschillen kent.
Boeken worden met de hand gemaakt en teksten met de hand geschreven op perkament. Alleen de allerrijksten konden zich zo’n boek (handschrift) permitteren.
Verhalen worden niet gelezen maar verteld. Het christelijk wereld- en mensbeeld, en later ook de hoofse cultuur, worden op de preekstoel door priesters doorgegeven en door verhalen en liederen van rondtrekkende minstrelen. troubadours en toneelgezelschappen.





Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leven in de middeleeuwen

Rooms-katholieke kerk domineert
  • Geestelijkheid = eerste stand
  • Adel = tweede stand
  • Boeren = derde stand
Later: opkomst burgerij (steden)

Hoofse cultuur
Reactie op ruw gedrag
Waarden:
  • Zelfbeheersing
  • Hoffelijkheid (etiquette)
Taal en literatuur
  • Volk kent geen Latijn → Middelnederlands (volkstaal)
  • Boeken: met de hand gemaakt, alleen voor de rijken
  • Verhalen/liederen worden verteld (niet gelezen)
  • Verspreiding ideeën

Verspreiding christelijk wereldbeeld & hoofse cultuur:
  • Preekstoel (priesters)
  • Rondtrekkende minstrelen, troubadours, toneelgezelschappen

Slide 21 - Diapositive

De rooms-katholieke kerk domineert het leven in de middeleeuwen. De geestelijkheid (bisschoppen, priesters, monniken, nonnen) vormen de eerste stand, de adel (vorsten, graven en ridders) de tweede en de boeren de derde stand. Later, met de opkomst van de steden, komt daar de burgerij bij.
De hoofse cultuur ontstaat als reactie op ruw en onbeschaafd gedrag. Je hoort jezelf onder controle te houden, een ander in zijn waarde te laten en je hoffelijk te gedragen (etiquette).
Het volk kent geen Latijn (de taal van de geestelijkheid en adel). Steeds meer verhalen en liederen worden geschreven in de volkstaal: het Middelnederlands, dat grote regionale verschillen kent.
Boeken worden met de hand gemaakt en teksten met de hand geschreven op perkament. Alleen de allerrijksten konden zich zo’n boek (handschrift) permitteren.
Verhalen worden niet gelezen maar verteld. Het christelijk wereld- en mensbeeld, en later ook de hoofse cultuur, worden op de preekstoel door priesters doorgegeven en door verhalen en liederen van rondtrekkende minstrelen. troubadours en toneelgezelschappen.

Middeleeuwse literatuur
Tot het eind van de 11e eeuw: 
  • Taal:
  • Latijn, uiteindelijk in het Middelnederlands
  • Overlevering volksverhalen:
  • mondeling --> orale traditie, vaak op rij,
  • Boeken werden geschreven met de...
  • hand

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Taal
Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu

Hebben alle vogels nesten begonnen, behalve ik en jij. Waarop wachten we nu?

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Twijfels over of dat het alleroudste Nederlandse zinnetje is
Belangrijke bronnen die dit ontkrachten:
  • Lex salica (achtste eeuw)
=Wettekst in het Latijn. Af en toe verklaring in het Oudnederlands ter verduidelijking. Matho thi afrio lito – slaaf werd bevrijd
  • Utrechtse doopgelofte (achtste eeuw)
Priester stelt vragen en antwoord zorgt voor doopgelofte 





Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Middeleeuwse verhalen zijn vaak rijmend, welk belangrijk voordeel zou dit hebben voor de vertellers?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een overzicht/woordwolk met de titel 'literatuurgeschiedenis'
Waarom behandelen we literatuurgeschiedenis? 
Welke zelfde soortige thematieken zagen we in oude verhalen?
Intertekstualiteit en voorbeeld
Standenmaatschappij
Motto middeleeuwen
Orale traditie
Hoofsheid
Scriptoria

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 12e en 13e eeuw: literatuur was theocentrisch en ridderlijk (heiligenlevens en ridderromans werden geschreven)


In de 13e eeuw komt ook didactische literatuur, gericht op (het opvoeden van) de adel en de burgerij.

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gedenk te sterven (memento mori)
De Heilige Hiëronymus, 1521, Albrecht Dürer

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Boekdrukkunst
  • Rond 1450 vond Johannes Gutenberg de boekdrukkunst uit. 
  • Rijm werd overbodig, verhalen werden in proza omgezet.

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 37 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 39 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Ridderromans:

- Karelromans
- Arthurromans

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Karelromans
Karel de Grote en zijn vazallen staan centraal
twee onderwerpen staan centraal:
1. de strijd tegen de heidenen 
2. de spanningen binnen het feodale systeem door opstandige vazallen
De vrouw is een voorwerp op een schaakbord.

Karel ende Elegast
Arthurromans
Het koningschap van Arthur wordt als hoogtepunt van de Britse geschiedenis voorgesteld.
De nadruk ligt op individuele avonturen, toernooien en tweegevechten en op de hoofse liefde (de vrouw wordt geadoreerd)
sprookjesachtig, fantastisch en fictief
Walewein

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions