English quiz K

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 1-3

Cardinal Numbers

1 - one

2 - two

3 - three

11 - eleven

16 - sixteen

20 - twenty

22 - twenty-two

30 - thirty

Ordinal Numbers

1st - first

2nd - second

3rd - third

11th - eleventh

16th - sixteenth

20th - twentieth

22nd - twenty-second

30th - thirtieth

Ordinal Numbers: rangtelwoorden

Hoe maak je van negentiende van het cijfer:
Nineteen

1. Een 's' aan het eind zetten
2. First aan het eind
3. De letters 'th' aan het eind zetten
4. Second ervoor zetten

Maak een rangtelwoord van dit cijfer:
Three

Maak een rangtelwoord van dit cijfer:
Sixteen

Hoe schrijf je de datum vandaag in het Engels?

1. Thursday the third of November
2. Wednesday November the second
3. Thursday November the fourth
4. Saturday weekend woohoo!

Woordjes van 2.1

Hoe zeg je in het Engels:
Vakantie

1. holidays
2. vacancy
3. weekend
4. important

Wat betekent deze zin:
What is the best way to learn?

1. Hoe leer je het snelst
2. Wat is de beste manier om te leren
3. Wat is de beste weg?
4. Hoe kan ik dit ooit leren

Hoe zeg je in het Engels:

Voorbeeld?

1. forbuild
2. example
3. important
4. statue

Hoe zeg je: Ik hoop dat we eerste worden met de quiz

1. I hope we win the quiz
2. I hope we finish first in the quiz
3. I hope we are second in the quiz
4. Third place is the best

Wat betekent deze zin?
I often practise playing the guitar

1. Ik speel graag gitaar
2. Ik speel vaak muziek af
3. Ik oefen soms op de gitaar
4. Ik oefen vaak gitaarspelen

Match the pictures to the correct seasons.

autumn / fall

spring

summer

winter

What are the spring months?

1. February, March & April
2. March, April & May
3. April, May & June
4. September, October & November

Schrijf maanden en dagen altijd met een hoofdletter!

Today is Saturday. What day was it the day before yesterday?

1. Tuesday
2. Friday
3. Thursday
4. Monday

Today is Friday. What day is it the day after tomorrow?

1. Saturday
2. Sunday
3. Friday
4. Tuesday

Maanden en dagen schrijf je altijd met een hoofdletter

1. Juist
2. Onjuist

Kijk even goed naar dit plaatje!

2min

Hoe zeg je dit in het Engels?

1. Four o'clock
2. Half eight
3. Eight o'clock
4. Twelve o'clock

It's half past ten.
Hoe laat is het dan?

1. 09:30
2. 10:30
3. 08:30
4. 10:00

Good Job everyone!