02_biologie_beenderstelsel

Toegepaste biologie
Het beenderstelsel
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Toegepaste biologie
Het beenderstelsel

Slide 1 - Diapositive

Het beenderstelsel
  1. Inleiding
  2. Functies van het geraamte 
  3. Opbouw en groei
  4. Typen beenderen 

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Welke functies van het geraamte ken je?

Slide 4 - Question ouverte

2. Functies geraamte
Bescherming belangrijke organen
Hersenen -> schedel
Ogen -> oogkassen
Hart en longen -> ribbenkas
Ruggenmerg -> ruggenwervels 

Slide 5 - Diapositive

2. Functies geraamte
  • Vormen gewrichten en een aanknopingspunt voor spieren 
  • Stevigheid en vormvastigheid 
  • Reserve voor mineralen (calcium)
  • Productie bloedcellen : in rode beenmerg worden rode- en witte bloedcellen gemaakt 

Slide 6 - Diapositive

Uit welke 4 grote delen bestaat het geraamte?

Slide 7 - Question ouverte

Welke botten zorgen voor de bescherming van het hart en de longen?

Slide 8 - Question ouverte

Welke botten zorgen voor de bescherming van het ruggenmerg?

Slide 9 - Question ouverte

Door welke functie van het skelet kan beweging gemaakt worden?

Slide 10 - Question ouverte

Welk beenmerg zorgt voor de productie van bloedcellen?
A
het rode beenmerg
B
het gele beenmerg
C
het blauwe beenmerg

Slide 11 - Quiz

3. Opbouw botweefsel en groei
  • Botten bestaan uit bindweefsel
  • bindweefsel = stevig en elastisch
  • stevigheid neemt af met ouderdom -> oudere mensen breken makkelijker botten 

Slide 12 - Diapositive

3. Opbouw botweefsel en groei 
2/3e mineralen (=anorganische verbinding)
  • stevigheid 

1/3e organische materie
  • collageen vezels -> elasticiteit ('colle' = lijm)
  • beencellen 

Slide 13 - Diapositive

Beenweefsel wordt continu afgebroken en weer opgebouwd door beencellen, waarom gebeurt dit?

Slide 14 - Carte mentale

Beencellen 
Afbraak botweefsel:
  • osteoclasten
  • gecontroleerde afbraak botweefsel 
  • afscheiding zure substantie -> kalk van bot lost op en wordt door cel opgenomen

Slide 15 - Diapositive

Beencellen 
Aanmaak nieuw botweefsel:
  • osteoblasten 
  • nieuw botweefsel -> nog niet gemineraliseerd
  • dus nog niet hard -> mineralen zoals Ca, F en Mg nog niet in botweefsel verwerkt 
  • osteoblasten zitten vast -> osteocyten (onderhoud)

Slide 16 - Diapositive

Beencellen 

Slide 17 - Diapositive

Opbouw botweefsel
drukbestendig 
kan treklasten weerstaan

Slide 18 - Diapositive

2/3 van het botweefsel bestaat uit anorganische materie en 1/3 uit organische materie?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Botten bestaan uit .... ?
A
dekweefsel
B
bindweefsel
C
epitheelweefsel

Slide 20 - Quiz

Voor wat zorgen de collageenvezels?
A
stevigheid van beenderen
B
elasticiteit van beenderen
C
vorm van beenderen

Slide 21 - Quiz

De mineralen in botten zorgen voor .... ?
A
stevigheid
B
elasticiteit
C
vorm

Slide 22 - Quiz

Welke beencellen zorgen voor het onderhoud van het beenweefsel?
A
osteoclasten
B
osteoblasten
C
osteocyten

Slide 23 - Quiz

Welke beencellen zorgen voor de afbraak van het beenweefsel?
A
osteoclasten
B
osteoblasten
C
osteocyten

Slide 24 - Quiz

Welke beencellen zorgen voor de aanmaakt van het beenweefsel?
A
osteoclasten
B
osteoblasten
C
osteocyten

Slide 25 - Quiz

4. Typen beenderen 
  • pijpbeenderen                                (bv dijbeen)
  • platte beenderen                           (bv borstbeen)
  • onregelmatige beenderen        (bv wervels)

Slide 26 - Diapositive

4.1 Pijpbeenderen
Slank middenstuk = diafyse = schacht
Bredere uiteinden = epifysen = kop of kom

Vanbinnen hol:  
  • beenmergholte

Vanbuiten : 
  • beenvlies -> bevat bloedvaten (zuurstof/voeding)
  • uiteinden epifysen -> gewrichtskraakbeen

Slide 27 - Diapositive

4.1 Pijpbeenderen
Schacht:
  • weefsel compact van structuur
  • mergholte omringd door binnenste beenvlies (endost)

 

Slide 28 - Diapositive

4.1 Pijpbeenderen
Mergholte:
Geel beenmerg 
  • vet
Rode beenmerg 
  • omringd door poreuze beenbalkjes = trabeculae
  • spongieus bot 
  • weerstand tegen druk uit verschillende richtingen 

Slide 29 - Diapositive

Voorbeelden: pijpbeenderen
  • dijbeen
  • bovenbenen 
  • boven-en onderarmen

Slide 30 - Diapositive

Hoe wordt het slank middenstuk van de pijpbeenderen genoemd?
A
epifyse
B
diafyse
C
metafyse

Slide 31 - Quiz

Zoek op in uw cursus. Hoe wordt de diafyse nog genoemd?

Slide 32 - Question ouverte

Wat zit er in de holte van de pijpbeenderen?

Slide 33 - Question ouverte

Waar of niet waar? Het beenmerg wordt omringd door het binnenste vlies.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Voor wat zijn de poreuze beenbalkjes (trabeculae) die het spongieus bot vormen geschikt?

Slide 35 - Question ouverte

Welke van onderstaande zijn pijpbeenderen?
A
wervels
B
dijbeen
C
schedel
D
ribben

Slide 36 - Quiz

Afbeelding
  1. Beenvlies of periost
  2. Hard bot of substantia compacta
  3. Beenmerg
  4. Spongieus bot of stubstantia sponsiosa 
  5. Havers-kanaal met bloedvat
  6. Volkmann-kanaal
  7. Concentrische lamellen (= cilindervormige, gelaagde structuren van bot)  
  8. Trabeculae (steunende schotten van spongieus bot)

Slide 37 - Diapositive

Afbeelding
    9. endost (binnenste beenvlies)
   10. interstitiële lamellen
   11. Buitenste ringvormige            lamellen
   12. Epifysaire voeg
   13. Gewrichtskraakbeen 
   14. spier
   15. pees
   16. gewrichtsband

Slide 38 - Diapositive

4.2 Platte beenderen
Compacte weefsels van de buitenlaag 
  • dicht tegen elkaar
  • netwerk van beenbalkjes
  • omringd een dunne laag rood beenmerg 

Slide 39 - Diapositive

Voorbeelden platte beenderen
  • schedel
  • ribben 
  • borstbeen 
  • schouderbladen  

Slide 40 - Diapositive

4.3 Onregelmatige beenderen
  • dunne compacte buitenlaag
  • netwerk van beenbalkjes 
  • gevuld met rood beenmerg

Slide 41 - Diapositive

Voorbeelden onregelmatige beenderen
  • wervels
  • handwortelbeentjes
  • voetwortelbeentjes

Slide 42 - Diapositive

Waar komen de platte beenderen voor?
A
wervels
B
dijbeen
C
schedel
D
ribben

Slide 43 - Quiz

Geef 3 voorbeelden van onregelmatige beenderen.

Slide 44 - Question ouverte