Klas 2 - 'over taal'

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Klas 2 - 'over taal'

Lesdoelen 

Na deze les:

• weet je wat vaktaalwoorden zijn;
  
• kun je als en dan op de goede manier gebruiken.

Trappen van vergelijkingg

TRAPPEN VAN VERGELIJKING

Gebruik dan na: 

• de vergrotende trap: meer dan, kleiner dan, mooier dan
  
• ander, andere en anders: het is anders dan ik dacht

Gebruik als na: 

• net zo en even: net zo groot als, even mooi als
  
• niet zo: niet zo groot als
  
• drie keer, vier keer zo: vier keer zo groot als

Als - na de stellende trap

Voorbeeld: Hij is even groot als zijn vader.

                       Suus is even aardig als haar moeder. 

Dan - na de vergrotende trap 

Voorbeeld: Hij is groter dan zijn vader .

                        Suus is aardiger dan haar moeder.

als of dan?
Zij is echt veel slimmer als/dan ik.

1. als
2. dan

als of dan?
Mevrouw de Vries is even groot als/dan meneer Jansen.

1. als
2. dan

Als of dan?
Ik vind voetbal net zo leuk als/dan basketbal.

1. als
2. dan

als of dan?
Je bent heel anders als/dan ik dacht.

1. als
2. dan

Vaktaal 

Elk vak heeft eigen woorden. 

Taal die bij een vak hoort, is vaktaal. 

Een bakker praat over chocoladewerk en een kapper over stylen. 

Vul in welk beroep bij de volgende woorden hoort.
burgerlijk wetboek, verdediging, alibi, kort geding, justitie

1. verpleegkundige of arts
2. advocaat of rechter
3. regisseur
4. steward(ess)

Vul in welk beroep bij de volgende woorden hoort.
katheter, diagnose, bloeddruk, revalidatie, injectie

1. verpleegkundige of arts
2. advocaat of rechter
3. regisseur
4. steward(ess)

Aan de slag!

• Je gaat 'over taal' van blok 4 maken. 
• Ben je klaar? Dan ga je aan Numo verder.