Extra: Kruisingsschema's maken en conclusies trekken
gebruik de letters A en a
a) Een homozygote dwerghamster heeft steil haar, deze kruist met een een heterozygoot met krullende haren. Kansen op genotypes? En fenotypes?
b) Een vader met oorlellen die vast zitten aan het hoofd, is een homozygoot. De vader kruist met een moeder die losse
oorlellen heeft. Vaste oorlellen zijn een dominante eigenschap. Kansen op genotypes? En fenotypes? Verhoudingen?
c) Een sprinkhaan met lange vleugels kruist met een sprinkhaan met korte vleugels. De sprinkhaan met lange vleugels is
een heterozygoot
Extra uitdaging:
d) Een lieveheersbeestje met 3 stippen kruist met een lieveheersbeestje met 4 stippen. 4 stippen is een
dominante eigenschap. De nakomelingen hebben zowel 3 stippen als 4 stippen.
Wat is het genotype van de ouder met de 4 stippen?