Sonnet van de nieuwe zomers Ilja Leonard Pfeijffer

1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 19 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Ilja Leonard Pfeijffer (1968)
  • Pfeijffer, zoon van een leraar Nederlands en een remedial teacher, doorliep het gymnasium aan het Sint Maartenscollege in Voorburg.
  • Daarna volgde hij een studie klassieke talen (Grieks en Latijn) aan de Rijksuniversiteit in Leiden en promoveerde in 1996. 

Slide 2 - Diapositive

Ilja Leonard Pfeijffer (1968)
  • In de zomer van 2008 ging hij samen met zijn toenmalige Russische vriendin, fotografe Gelya Bogatishcheva, op een tweedehands fiets onvoorbereid vanuit Leiden naar Rome. 
  • Na een tocht van 2600 km belandden zij in Genua.

Slide 3 - Diapositive

Ilja Leonard Pfeijffer (1968)
Zijn leven, dat naar eigen zeggen gekenmerkt werd door het gebruik van alcohol, wat zijn imago, reputatie en zelfbeeld bepaalde, veranderde drastisch toen hij zijn Italiaanse buurvrouw Stella Seitun leerde kennen, en met wie hij nu samenleeft.

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

1. Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort er bij?

Slide 6 - Diapositive

1. Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort er bij?
 Vier strofen: twee kwatrijnen en twee terzine in totaal 14 regels.

Slide 7 - Diapositive

2. Is er sprake van een sonnet? Leg je antwoord uit.

Slide 8 - Diapositive

2. Is er sprake van een sonnet? Leg je antwoord uit.
Ja,  want het gedicht heeft vier strofen: twee kwatrijnen en twee terzine in totaal 14 regels. Met een wending in regel 9.

Slide 9 - Diapositive

3. Heeft het gedicht eindrijm? Zo ja, wat is het rijmschema?

Slide 10 - Diapositive

3. Heeft het gedicht eindrijm? Zo ja, wat is het rijmschema?

Slide 11 - Diapositive

4. Is er sprake van alliteratie en assonantie? Geef van beide twee voorbeelden.

Slide 12 - Diapositive

4. Is er sprake van alliteratie en assonantie? Geef van beide twee voorbeelden.

Slide 13 - Diapositive

5. Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke? Noem er minstens twee.

Slide 14 - Diapositive

5. Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke? Noem er minstens twee.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive