les 7: associatie

les 7: associatie
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
StudielesMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

les 7: associatie

Slide 1 - Diapositive

                     Welkom!
              - jas: kapstok/kluis 
              - mond : leeg
              - telefoon:  kluisje
               - iPad: tas (grond)
               - deur dicht:  mond dicht

Slide 2 - Diapositive

Herhaling
Wat is het doel van krachtig staan? 
Gebruik in je antwoord deze  begrippen
  1. Hoe kun je krachtig staan
  2. Gronden
  3. centreren
  4. Focus

Slide 3 - Diapositive

Herhaling
Wat was het nut van de 3 minuten toets?
Gebruik onderstaande woorden in je antwoord: 
  • overzicht
  • inzicht
  • winst

Slide 4 - Diapositive

Aan het eind van deze les:
  • weet je wat associëren is
  • heb je je eigen associeertalent leren kennen
  • heb je inzicht in hoe associëren een voordeel is bij het maken van een conceptmap
  • soorten geheugen
  • van KTG naar LTG

Slide 5 - Diapositive

Wat is associëren?

  • Ajax
  • onbewuste gedachten als je iets hoort, ziet, proeft, ruikt, ervaart of voelt.
  • Fijn? Of toch niet altijd?

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

ZTG-KTG-LTG-chunken
Geheugen: 
1. zintuiglijk, 
2. korte termijn/werkgeheugen, 
3. lange termijn


Slide 9 - Diapositive

Hoe komt info in LTG?
  • Min. 200 keer herhalen
  • emotie koppelen
  • info bijzonder maken (gek, absurd, vreemd, anders dan anders)

Nieuwe informatie hang je aan oude info. Daarmee gebruik je je LTG en je KTG tegelijk. Probeer dus een kapstok te vinden waar je nieuwe info aan hangt.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

timer
1:00

Slide 12 - Diapositive

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 13 - Question ouverte

Wat heb je vandaag van jezelf laten zien waar je trots op bent?

Slide 14 - Question ouverte

Wat heb je van een klasgenoot gezien waar hij of zij trots op mag zijn?

Slide 15 - Question ouverte

Slide 16 - Diapositive