Funda presentatie

Funda presentatie
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
ArabSpeciaal OnderwijsLeerroute 7

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Funda presentatie

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weten jullie nog van de vorige les?

Slide 2 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Leer en lesdoelen
Kent de beschrijving van diverse
geheugen- en informatieverwerkingsprocessen

En van de werking van sensorisch, korte en
langetermijngeheugen.

Kent drie soorten intelligentie, belangrijke
karakteristieken van intelligentie en van IQ-tests

Actualiteit 

Slide 3 - Diapositive

Anne
Geheugen- en informatieverwerkingsprocessen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het geheugen?​

Het geheugen verwijst naar het feit, dat vroegere ervaringen in onze hersenen opgeslagen worden en tot uiting komen in ons verdere gedrag.
 ​

Het verkrijgen en behouden van vaardigheden en kennis. ​

Slide 5 - Diapositive

babs
De reminescentiebult​
Drie hypotheses:

1. Het leven van veel mensen wordt gedefinieerd door de keuzes als ze tussen 10-30 jaar zijn (studies, werk, gezin, woonplaats​

2. Geheugen werkt cognitief en neurofysiologisch gezien het beste op deze leeftijd.​

3. Veel ervaringen gebeuren voor het eerst in deze leeftijdsfase (distinctiever > meer onderscheidend) > meer emotioneel geladen​



Slide 6 - Diapositive

babs

extra informatie: Reminescentiebult: het effect dat men meer persoonlijke gebeurtenissen herinnert uit de tienerjaren dan uit andere periodes in het autobiografisch geheugen.

Informatieverwerking
Eerst wordt informatie tijdelijk opgeslagen in de hippocampus om vervolgens geïntegreerd te worden in de bestaande kennis die opgeslagen ligt in de verschillende gebieden van de cortex

 
Deze integratie duurt dagen en gebeurt vooral op momenten van rust, bijvoorbeeld slaap


Problemen lijken soms opgelost na er een nachtje over te hebben geslapen

Slide 7 - Diapositive

babs
Geheugenschema’s (Barlett) 
Mensen onthouden gebeurtenissen in termen van schema’s
   

Dit zijn algemeen georganiseerde voorstellingen over de structuur van de wereld, mensen, gebeurtenissen en acties

(Ze kunnen leiden tot stereotypering, omdat we informatie zo aanpassen dat deze past binnen onze verwachtingen)


Slide 8 - Diapositive

babs
Impliciet geheugen
Door onderzoek naar mensen met geheugenverlies ontdekte men het impliciet geheugen: amnesie
  
Amnesie: geheel of gedeeltelijk geheugenverlies

Impliciet geheugen: deel van geheugen dat herinneringen opslaat zonder dat men er bewust van is

Slide 9 - Diapositive

babs
Oproepaanwijzingen (Tulving)
Of je iets herinnert hangt niet alleen af van een goede opslag in de hersenen maar ook van het feit of je geschikte aanwijzingen hebt om de herinnering in het bewustzijn te brengen
   
Tulving toonde aan dat wanneer je iets vergeet, je dit met oproepaanwijzingen kan oproepen.

Het vergetene zit dan toch in je geheugen

Slide 10 - Diapositive

babs
Wat ontdekte Bartlett in zijn experiment over geheugenschema's?

A
Mensen kunnen zich vreemde verhalen exact herinneren.
B
Mensen vervormen herinneringen om ze beter te laten passen bij hun kennis en cultuur.
C
Mensen vergeten onbekende informatie volledig.
D
Mensen herinneren zich onbekende details beter dan bekende details.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord klopt niet als verklaring waarom herinneren mensen zich meer uit hun jeugd? (jaar 10-30)
A
het geheugen werkt het beste op die leeftijd.
B
er worden ingrijpende keuzes gemaakt voor het leven op die leeftijd.
C
op die leeftijd zijn er weinig nieuwe ervaringen.

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De integratie van verwerking duurt een dag en gebeurt vooral op momenten van rust, bijvoorbeeld slaap
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De werking van sensorisch, korte en langetermijngeheugen

Slide 14 - Diapositive

lina
Definities
Sensorisch geheugen
- Zintuigen
- Duur

Korte geheugen (KTG)
- Op het moment
- Duur

Langetermijngeheugen (LTG)
- Langere periode
- Duur



Slide 15 - Diapositive

lina
Geheugenmodel van Atkinson & Shiffrin       (H5, bladzijde 162)
             
Geheugenmodel van Baddeley & Hitch     (H5, bladzijde 167)

Slide 16 - Diapositive

lina
Geheugenmodel van Atkinson & Shiffrin
Sensorisch geheugen
- Eerste stap
- Visueel, auditief en tactiel geheugen

Kortetermijngeheugen
- Tijdelijke informatie opslaan en verwerken

Langetermijngeheugen
- Permanente opslagplaats herinneringen



Slide 17 - Diapositive

lina
Geheugenmodel van Baddeley & Hitch
Sensorisch geheugen
- Visueel geheugen & auditieve informatie > opgeslagen in auditief geheugen

Kortetermijngeheugen
- KTG = info tijdelijke opslag (zoals woorden en beelden) en uitlegt hoe we die korte tijd onthouden

Langetermijngeheugen
- LTG = plaats waar langetermijnherinneringen zijn opgeslagen



Slide 18 - Diapositive

lina
Belangrijke concepten en onderzoeken in Geheugenpsychologie
Kortetermijngeheugen
Primacy & Recency Effect
- Primary: eerste items, wrss naar LTG.
- Recency: laatste items, blijven vaak in KTG.
Herhaling: KTG > LTG

Langetermijngeheugen
- Vergeetcurve Ebbinghaus
- Proactieve interferentie: oud > nieuw
- Retroactieve interferentie: nieuw > oud


Slide 19 - Diapositive

lina
Verschil tussen deze geheugenmodellen
Atkinson & Shiffrin
- Lineair proces
- Sensorisch > KTG > LTG
- Nadruk op herhaling KTG > LTG

Baddeley & Hitch
- Visuospatiaal schetsblad (visuele informatie) subsysteem
- Fonologische lus (auditieve informatie) subsysteem
- Centrale verwerker (‘leider’ werkgeheugen) coördineert subsystemen
- Episodische buffer (‘verzamelbak’)
- Beschrijft werkgeheugen in detail
- Slaat niet alleen info op, maar verwerkt en integreert deze ook actief


Slide 20 - Diapositive

lina
Wat is de rol van het sensorisch geheugen in het model van Atkinson en Shiffrin en hoe draagt het bij aan het geheugenproces?
A
Het slaat langdurige herinneringen op.
B
Het houdt zintuiglijke informatie tijdelijk vast om verdere verwerking mogelijk te maken
C
Het coördineert informatie tussen verschillende geheugensystemen.
D
Het herhaalt informatie om het naar het lange termijn geheugen te verplaatsen.

Slide 21 - Quiz

lina
Wat wordt bedoeld met proactieve interferentie in het geheugenproces?
A
Oude herinneringen beïnvloeden nieuwe herinneringen.
B
Nieuwe herinneringen beïnvloeden oude herinneringen.
C
Het vergeten van informatie over tijd.
D
Het herhalen van informatie om het van KTG naar LTG te verplaatsen.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke kenmerken beschrijft het werkgeheugen in het model van Baddeley en Hitch, in tegenstelling tot het model van Atkinson en Shiffrin?
A
Het model ziet geheugen als een lineair proces.
B
Het werkgeheugen bestaat uit gespecialiseerde subsystemen voor visuele en auditieve informatie.
C
Het model legt de nadruk op herhaling voor opslag in LTG.
D
Het werkgeheugen coördineert uitsluitend visuele informatie.

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kent drie soorten intelligentie, belangrijke
karakteristieken van intelligentie en van IQ-tests

Slide 24 - Diapositive

anna
Soorten intelligentie’s
Analytische intelligentie
  
Praktische intelligentie

Emotionele intelligentie

Slide 25 - Diapositive

anna
Analytische intelligentie
Abstract, logisch & consistent redeneren
 
Intelligentietest Binet & Simon

Wilhelm Stern; IQ score

Wechsler testen

Slide 26 - Diapositive

anna
Praktische intelligentie
Taken/ situaties behandelen in het dagelijks leven
 
Situationeel interview, beoordelingstest 

Slide 27 - Diapositive

anna
Emotionele intelligentie
Het vermogen om emoties van jezelf & anderen waar te nemen, te interpreteren & te reguleren.
 
Emoties gebruiken als leidraad

Te meten in het EQ (empathie quotiënt)

Assessment center

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen praktisch een analytische intelligentie?
A
Praktische intelligentie is meer situatie gebonden
B
Analytische intelligentie is meer situatie gebonden
C
Analytische intelligentie gaat over alledaagse activiteiten
D
Er zit geen verschil tussen

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn de 5 belangrijkste EQ eigenschappen?
A
zelfkennis, optimisme, extraverte eigenschappen, kunnen afzien, empathie
B
zelfkennis, optimisme, loyaliteit, kunnen afzien, empathie
C
kritisch, zelfkennis, optimisme, kunnen afzien en sociale vaardigheden
D
Zelfkennis, optimisme, kunnen afzien, empathie en sociale vaardigheden 

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke intelligentietest word het meest gebruikt?
A
Simon & Binet
B
Alleen Binet
C
Wechslers
D
Alleen Simon

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Actualiteit

Slide 32 - Diapositive

Anne
Artificial intelligence
AI wint terrein binnen onze maatschappij
   
Dagelijks gebruikt

Stefan Leijnen, lector

Modellen die wij niet snappen

Slide 33 - Diapositive

anne
Gevaren van AI
Gevaren van AI

Privacy en vooroordelen
 
Veranderende maatschappij

Angst

Leijnen is positief

Industriële revolutie

Slide 34 - Diapositive

anne
Verantwoordelijk gebruik van AI
Rechter liet zich adviseren door AI

Schuldig vs onschuldig

Geen nuance 




Slide 35 - Diapositive

anne

Slide 36 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions