H5 - Spelling, bijvoeglijke naamwoorden

Doel
Je leert over de spelling van (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden en waar je ze kunt vinden in de zin.
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Doel
Je leert over de spelling van (stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden en waar je ze kunt vinden in de zin.

Slide 1 - Diapositive

Er zijn 3 soorten bijvoeglijke naamwoorden:

  1. de 'gewone' bijvoeglijke naamwoorden. Deze schrijf je zo kort mogelijk.
  2. Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden eindigen bijna altijd op -en.
  3. Bijvoeglijke naamwoorden die gemaakt zijn van een werkwoord.

Slide 2 - Diapositive

1. Gewone bijvoeglijke naamwoorden (bv)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.

Het bijvoeglijk naamwoord geeft een eigenschap of kenmerk van het zelfstandig naamwoord aan. (Bijvoeglijke naamwoorden staan vaak voor een zelfstandig naamwoord maar kunnen er ook achter staan).  

 Vb. De film is mooi en heel beroemd.
Het is een mooie en beroemde film.

Slide 3 - Diapositive

2. Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Een bijzondere vorm van het bijvoeglijk naamwoord is het stoffelijk bijvoeglijk naamwoord. Dit geeft aan van welk materiaal een voorwerp is gemaakt. Meestal eindigen stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden op -en

Slide 4 - Diapositive

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt je van welk materiaal iets gemaakt is.

Slide 5 - Diapositive

Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden niet op -en:
Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden wel op -en:

Slide 6 - Diapositive

3. Bijvoeglijke naamwoorden (bv) die gemaakt zijn van een werkwoord.

Van werkwoorden kun je bijvoeglijke naamwoorden maken. 
Je gebruikt daarvoor het voltooid deelwoord. Voltooid deelwoorden die eindigen op -en, veranderen niet als je ze als bijvoeglijk naamwoord gebruikt.
Vb. Het kussende paar, het gekuste meisje, een gebroken hart.

Slide 7 - Diapositive

Even oefenen... 


Maak nu zelf opdracht 1 - blz. 155
We bespreken de uitwerkingen meteen


timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Uitwerkingen opdracht 1 blz. 155
1 Engelse                                        7 overvolle                                             
2 gortdroge                                   8 poeslieve
3 grijze                                             9 religieuze
4 industriële                                10 rituele
5 krasse                                         11 schatrijke
6 moedeloze                               12 stokdove

Slide 9 - Diapositive

Even oefenen... 


Maak nu zelf opdracht 2 - blz. 155
We bespreken de uitwerkingen meteen


timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Uitwerkingen opdracht 2 (blz. 155)
Opdracht 2 
1 satijnen, glazen
2 gouden, zilveren 
3 kunststof, plastic 
4 houten, papieren 
5 nylon, canvas 
6 koperen, bronzen

Slide 11 - Diapositive

Even oefenen... 


Maak nu zelf opdracht 3 - blz. 155
We bespreken de uitwerkingen meteen


timer
2:00

Slide 12 - Diapositive

Uitwerkingen opdracht 3 (blz. 155)
Opdracht 3
1 impulsief
2 contactuele
3 gracieuze
4 misdadige
5 mysterieuze 
6 principiële 


Slide 13 - Diapositive

Even oefenen... 


Maak nu zelf opdracht 5 - blz. 155
We bespreken de uitwerkingen meteen


timer
2:00

Slide 14 - Diapositive

Uitwerkingen opdracht 5 (blz. 155)
1 rokerige, schadelijk, klachten, luchtwegen
2 baggerslib, opeenhoping, chemische
3 omliggende, dichtbevolkte, agglomeratie
4 gelukkig, glamour, chique
5 regisseur, gehecht, tatoeage, flamingo
6 machine, chips, vochtigheid, signaleren

Slide 15 - Diapositive

Je kunt nu

 (Stoffelijke) bijvoeglijke naamwoorden correct spellen.

Slide 16 - Diapositive