K4 - zww en hww

K4 - maandag 7 oktober
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord + samengestelde zinnen
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

K4 - maandag 7 oktober
Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord + samengestelde zinnen

Slide 1 - Diapositive

Vorige les 

  • K4a: verschil zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
  • K4b: wanneer gebruik je als/dan en wanneer jou/jouw?
Vandaag

  • K4a: korte terugblik zww en hww en laatste onderdeel samengestelde zinnen behandelen.
  • K4b: korte terugblik als/dan, jou/jouw en onderdeel zww, hww en samengestelde zinnen behandelen

Slide 2 - Diapositive

Wat moeten we nog doen?
6.2 grammatica
-Als/dan jou/jouw
-Zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
-Samengestelde zinnen en voegwoorden

Toets is op maandag 14 oktober


Slide 3 - Diapositive

Kies uit als of dan:
Mevrouw Pat is kleiner .... (als/dan) de meeste leerlingen.

Slide 4 - Question ouverte

Waarom kleiner dan en niet kleiner als?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gegeten
heb = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 9 - Quiz

Zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik word bekeken
bekeken = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 10 - Quiz

zelfstandig werkwoord of hulpwerkwoord?

Ik heb gefietst
gefietst = .....
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 11 - Quiz

Ineke gaat naar de stad.
gaat = ?
A
zelfstandig werkwoord
B
hulpwerkwoord

Slide 12 - Quiz

Hij heeft die opdracht moeten maken. 
heeft

moeten

maken
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 13 - Question de remorquage

Wij hadden misschien met dat project mee kunnen doen.
hadden

kunnen

meedoen
hulpwerkwoord
zelfstandig werkwoord
hulpwerkwoord

Slide 14 - Question de remorquage

Wat is het zelfstandige werkwoord van de zin:
Had je mijn fietssleutel niet beter in je portemonnee kunnen bewaren?

Slide 15 - Question ouverte

Noteer het hulpwerkwoord
Hij heeft een milkshake gemaakt.

Slide 16 - Question ouverte

Aan de slag:
6.2 grammatica: opdracht 10

6.2 grammatica extra oefening: werkwoorden opdracht 11

Slide 17 - Diapositive

Samengestelde zinnen 
  • Een enkelvoudige zin heeft één persoonsvorm:
Hij moet hard leren voor de toets.
  • Een samengestelde zin bestaat uit meer dan één zin. Elke zin heeft een eigen persoonsvorm.
Ik leer de toets, want ik wil graag een goed cijfer halen. 

Slide 18 - Diapositive

Ik heb het huiswerk niet gemaakt, omdat ik mijn boek was vergeten.
Schrijf de persoonsvormen en het voegwoord op

Slide 19 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één lange zin met het voegwoord 'want':
- De leerlingen zijn te laat op school.
- De brug stond open.

Slide 20 - Question ouverte

Wat zijn de twee persoonsvormen?
Ik ben lid van een boekenclub en ik lees elke dag.

Slide 21 - Question ouverte

Maak van twee zinnen één lange zin met het voegwoord 'dus':
- Ik trek een dikke jas aan.
- Ik krijg het niet koud.

Slide 22 - Question ouverte

Aan de slag
6.2 grammatica: opdracht 8 en 9

Klaar? Ga aan de slag met de extra oefeningen om te oefenen voor je toets. Welke oefeningen dat zijn, zie je op de afbeelding hiernaast

Slide 23 - Diapositive