Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
WELKOM TERUG!
Ik vind het fijn je weer te zien!
Slide 1 - Diapositive
Terugblik:
Hoe gaat je week?
Heb je afgelopen week je grens aangegeven?
Hoe ging dat?
klassikaal bespreken
Slide 2 - Diapositive
Terugblikvorige week: grenzen stellen
Wat weet je nog?
Slide 3 - Diapositive
DOELEN VANDAAG:
Weet je wat normen en waarden zijn
Je gaat onderzoeken welke normen er voor jou bij vriendschap horen
Je kan uitleggen wat normen en waarden zijn
Je kan vertellen waarom iets voor jou een waarde is
Je weet welk effect dit heeft op keuzes
Waarom? Als je bovenstaand goed kunt toepassen :
krijg je inzicht in jouw keuzes en gedrag
begrijp je een ander beter;
ken je jezelf beter en kun je jezelf zijn/ worden
Jij en je omgeving worden er gelukkiger van
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Vidéo
Geef hier aan wat jij de belangrijkste waarde vindt (kijk op je handout) Welke dingen vind jij ? Vul ze hier in.
Slide 7 - Question ouverte
Slide 8 - Vidéo
Normen zijn dus regels die we soms met elkaar afspreken en en soms niet
via de wet
of met gedragsregels ( de maatschappij, de school etc)
Een norm komt voort uit een waarde.
Vind je bijvoorbeeld gelijkheid een belangrijke waarde
dan ben je tegen discriminatie ( dat is dan je norm)
OF: Vind je vriendelijkheid een belangrijke waarde
dan geef je iemand een complimentje als diegene iets goeds heeft gedaan (dat is dan jouw norm)
Slide 9 - Diapositive
Nog een paar voorbeelden:
Waarde: Geduld, Respect
Norm: In een rij wacht je netjes tot je aan de beurt bent.
Waarde: Respect voor ouderen / anderen
Norm: Je staat op voor ouderen of zwangere vrouwen, bijv, in het openbaar vervoer.
Waarde: Eerlijkheid
Norm: Als de kassière je teveel geld teruggeeft, dan zeg je dat geef je dat weer terug.
Waarde: Verdraagzaamheid, Zelfbeheersing
Norm: Als je het niet met iemand eens bent, ga je niet gelijk schelden of slaan.
Waarde: Trouw
Norm: Als je zegt dat je iemand helpt, dan doe je dat ook.
Slide 10 - Diapositive
Maak opdracht 1- normen
timer
3:00
Slide 11 - Diapositive
Hoe sterk mensen zich houden aan de verschillende normen, is afhankelijk van het gedrag van de omgeving.
Bijvoorbeeld in een buurt is waar veel afval op straat ligt, dan zal je zelf ook sneller iets op de grond gooien. (of andersom: In een buurt zonder ook maar iets van afval op straat, zal je minder snel rommel achterlaten.)
Wat/wie denk je dat nog meer invloed heeft op jouw normen buiten de genoemde reden?( cultuur)
wat jij hebt geleerd/ meegemaakt hebt als "normaal " (ook toen je klein was)
wat je vrienden "normaal" lijken te vinden
wat je om je heen ziet / meemaakt
Slide 12 - Diapositive
Klassikaal nabespreken
maak opdracht 2
Hoe? Individueel
Tijd: 5 minuten
timer
5:00
Slide 13 - Diapositive
Waarden kunnen hetzelfde zijn
Jouw normen kunnen verschillen met die van iemand anders
Onze Maatschappij kent ook normen
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
00:43
Welke waarden vindt de buschauffeur (blijkbaar) belangrijk?
Slide 16 - Question ouverte
Wat vind jij van het gedrag van die meneer die haast heeft?
Is dit de norm in onze maatschappij?
Zou je een waarde kunnen noemen van de twee mensen die wat zeggen in de situatie?