Le réalisme et le naturalisme

1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les tensions politiques
  • Frans-Duitse oorlog in 1870 maakt eind aan bewind Napoléon III. 
  • 1871: Commune de Paris --> opstand die door het regeringsleger wordt neergeslagen. Veel mensen verliezen hierbij het leven. 

Slide 2 - Diapositive

Le cadre historique 
  • Les tensions politique 
  • Les questions sociales 
  • Les progrès technologiques et scientifiques
  • La littérature de masse 

Slide 3 - Diapositive

Les questions sociales 
  • Bourgeoisie = middenklasse floreert t.o.v. adel. 
  • De burgerij groeit door onderwijs en industriële revolutie. De keerzijde hiervan is dat er een grote onderklasse ontstaat die in verschrikkelijke omstandigheden moet leven. Denk aan slechte huizen, grote gezinnen in een huis, weinig hygiëne, lange werkdagen.
  • Fabrieksarbeiders worden uitgebuit. Ook moeten veel kinderen vanaf jonge leeftijd helpen in de fabrieken. 
  • Er ontstaat een nieuwe beweging die een eind wil maken aan de klassenmaatschappij. 

Slide 4 - Diapositive

Le Réalisme 
- Schrijvers gaan zich toeleggen op het gedetailleerd beschrijven van de alledaagse realiteit. 
- Schrijvers richten zich op de middenklasse, dit is een contrast met het Romantisme. Daar waren hoofdpersonages vaak van hoge afkomst. 
- Er is een auctoriële vertellen  --> spreekt lezer direct aan, geeft commentaar op gebeurtenissen. 
- Verteller is alwetend (Madame Bovary) --> hij kan in de hoofden van de personages kijken en weet hoe het verhaal afloopt. 
- De lezer moet zelf een standpunt tegenover de gebeurtenissen bepalen. 
- Personaal perspectief : 'onzichtbare' verteller die ik hij/zij vorm spreekt. Is niet alwetend. Je beleeft de gebeurtenissen via dat personage. 
- Realisten gebruiken dit personage om een meer genuanceerde blik op de werkelijkheid te kunnen geven.

Slide 5 - Diapositive

Le Naturalisme 
  • Naturalisme is een stroming die de problemen van de maatschappelijke onderklasse beschrijft. 
  • Schrijven wordt wetenschapper die experiment doet. 
  • Personages : sociale en erfelijke achtergrond bepalen wat er gebeurt. 
  • Determinisme --> gedrag van mensen wordt bepaald door hun genen en hun omgeving. 

Slide 6 - Diapositive

1.Wat zijn realisme en naturalisme?
Kunststroming (schilderkunst &literatuur) die zich bezighoudt met het gedetailleerd weergeven van de alledaagse werkelijkheid. Men moet, i.t.t. wat men tijdens de Romantiek deed, de werkelijkheid niet ontvluchten (verleden, toekomst of exotisme), maar haar proberen te beheersen door haar te beschrijven op een neutrale manier.

Slide 7 - Diapositive

2. Ontstaan van het realisme en naturalisme
- reactie op overdreven stijl van de Romantiek (+/- 1800-1848)
                toegespitst op weergeven werkelijkheid, niet mooier maken dan het is
                alledaagse werkelijkheid als thema
                misère van arbeidersklassers wordt beschreven, geen taboe


 

Slide 8 - Diapositive

3. De historische context
- woelige eeuw
-1804 Ie Premier Empire: Napoléon Bonaparte
- Napoléon steeds meer autoritair, expansiedrift, in 1812 verslagen door Russen, 1814 verbannen naar Elba
- 1815 slag bij Waterloo, Napoléon definitef verslagen
- 1815-1830 (La Restauration: Louis XVIII, Charles X)
-1830-1848 La Monarchie de Juillet ( Louis-Philippe)
- 1848-1852 Deuxième République (Louis Napoléon prince-président)
- 1852-1870 Le Second Empire (Louis Napoléon)
-1870-1940 Troisième République

Slide 9 - Diapositive

sociale en economische veranderingen
sociaal ecnomisch
- middenklasse krijgt meer macht
- burgerij emancipeert dankzij onderwijs en industriele revolutie (goedkopere boekdrukkunst)
- ontstaan onderklasse 
- realisten en naturalisten maatschappelijk geengageerd: tegen misstanden maatschappij, voor gelijkheid (geinspireerd door Franse Revolutie)

Slide 10 - Diapositive

technische veranderingen
technisch en wetenschappelijk:
- industriele revolutie
- wereldexposities (Eiffeltoren)
- vooruitgangsoptimisme
-ontstaan nieuwe wetenschap (psychologie & sociologie) 
- literatuur bereikt groter publiek
- doel literatuur (ontspanning en herkenning)
- feuilletons

Slide 11 - Diapositive

4. Realistische en naturalistiche (1865-1890)kenmerken in de literatuur
- weergave werkelijkheid zoals ze is
- streven objectiviteit d.m.v. wetenschappelijk onderzoek + zeer gedetailleerde  beschrijvingen
- bestuderen van maatschappelijke klassen
- personnages psychologisch bestuderen
- misstanden van de bourgeoise aan de kaak stellen (kritiek)
Naturalisme is réalisme + déterminisme (erfelijke eigenschappen en sociale afkomst bepalen het lot van de mens: Wie als dubbeltje geboren is zal geen kwartje worden)

Slide 12 - Diapositive

Leerdoelen literatuurgeschiedenis
  • Politieke, religieuze, economische en sociale omstandigheden per periode kunnen beschrijven en kunnen aangeven hoe die omstandigheden van invloed waren op de literatuur uit die tijd
  • literaire genres met bijbehorende kenmerken kunnen noemen 
  • belangrijkste schrijvers en hun werken kunnen benoemen   
  • bronteksten kunnen herkennen aan specifieke kenmerken en kunnen plaatsen in een historisch literaire periode of een literaire stroming 

Slide 13 - Diapositive