quiz voortplanting TL § 1 tm 8

quiz 'seksualiteit en relaties' 
klas 2
1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

quiz 'seksualiteit en relaties' 
klas 2

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Heeft een kleuter van 5 jaar secundaire geslachtskenmerken?

A
ja
B
nee

Slide 2 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Komt sperma bij de geslachtsgemeenschap eerst in de baarmoeder?

A
ja
B
nee

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bevruchting is een ander woord voor geslachtsgemeenschap.

A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De pil neem je alleen vlak voor of vlak na het vrijen.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de vrouw de pil gebruikt kan ze geen soa krijgen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke betrouwbare voorbehoedsmiddelen werken tegen zwangerschap?
A
Pil & condoom
B
Pil
C
condoom
D
Voor het zingen de kerk uit.

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk voorbehoedsmiddel beschermt tegen SOA's?
A
De pil
B
Het condoom
C
Pil en condoom
D
Geen van beide

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer is een vrouw vruchtbaar?
A
Tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
Vlak na de menstruatie
D
Vlak voor de menstruatie

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gebeurt er op dag 14 in de menstruatiecyclus?
A
Ongesteld zijn
B
Ovulatie
C
Innesteling
D
Menstruatie

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De meest veilige seks heb je ...
A
als je voor het zingen de kerk uit gaat.
B
als je seks hebt met je vaste partner.
C
met een condoom om.
D
met een condoom + ander voorbehoedsmiddel.

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een man en een vrouw proberen niet zwanger te raken, door geen geslachtsgemeenschap te hebben tijdens de vruchtbare periode.
A
voor het zingen de kerk uit
B
periodieke onthouding
C
aanranding
D
coitus interuptus

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke methode voor geboortebeperking is niet betrouwbaar?
A
de pil slikken
B
een condoom gebruiken
C
periodieke onthouding
D
een spiraaltje

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noem je dag 11 t/m 15 van de menstruatiecyclus?
A
menstruatie
B
ovulatie
C
bevruchting
D
vruchtbare periode

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke periode is de kans het grootst dat zaadcellen een eicel tegenkomen?
A
vlak voor de menstruatie
B
vlak na de menstruatie
C
vlak voor de ovulatie
D
vlak na de ovulatie

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke periode vindt menstruatie plaats?
A
In periode P
B
In periode Q
C
In periode R
D
In periode S

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'innesteling'?
A
Het embryo ligt in de verkeerde houding bij de geboorte.
B
een ander woord voor ovulatie.
C
De bevruchte eicel zet zich vast in de baarmoederwand.
D
Haargroei onder de oksels.

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welk type voorbehoedsmiddel is hier weergegeven?
A
hormoonspiraaltje
B
sterilisatie
C
vrouwencondoom
D

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'coitus interruptus'?
A
uitrekenen wanneer ongeveer je eisprong is, zodat je zwangerschap kunt regelen.
B
de man trekt de penis uit de vagina van de vrouw, voordat hij klaarkomt.
C
Als een vrouw zwanger is, en de baby niet wil houden is dit een oplossing.
D
als een bevruchte eicel zich innestelt in de baarmoederwand.

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bescherming tegen SOA?
NIET
WEL
het condoom
vrouwencondoom
de pil
het spiraaltje
de nuvaring

Slide 20 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

betrouwbaar
onbetrouwbaar
condoom
pil
periodieke onthouding
Voor het zingen de kerk uit gaan. 
coitus interruptus

Slide 21 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe noemen we nummer 7?
A
eileider
B
urinebuis
C
vagina
D
eierstok

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

nr. 2
is
A
eierstok
B
urineleider
C
eileider
D
zaadleider

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat wordt er aangegeven met deel 5?
A
eierstok
B
baarmoeder
C
eileider
D
vagina

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar worden zaadcellen tijdelijk opgeslagen?
A
Teelballen
B
Bijballen
C
Zaadblaasjes
D
Prostaat

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk cijfer geeft de prostaat aan?
A
1
B
10
C
6
D
7

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nummer 6 is de
A
Bijbal
B
Eikel
C
Prostaat
D
Teelbal

Slide 27 - Quiz

Referentie:
http://biologiepagina.nl/Oefeningen/Voortplanting/man.jpg
Wat wordt er aangegeven met nummer 8?
A
penis
B
urineblaas
C
zwellichaam
D
zaadleider

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In de afbeelding zie je een doorsnede van het voortplantingsorgaan van de vrouw. Welke letter in de afbeelding geeft de plaats aan waar de anticonceptiering zich bevindt als die op de juiste manier is ingebracht?
A
Q
B
R
C
S

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Einde van de quiz
en daarmee de lessen over seksualiteit en relaties. 

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions