4. Neerslag

Neerslag 
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Neerslag 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
BK
  • Je weet hoe neerslag ontstaat
  • Je weet wat de waterkringloop is
KGT
  • Je weet het verschil tussen het ontstaan van stijgingsregen en stuwingsregen
TH
  • Je weet waarom er neerslag ontstaat bij een koufront en bij een warmtefront

Slide 2 - Diapositive

Wat is neerslag?
A
Wind, regen en sneeuw
B
Wind, storm en hagel
C
Wind, neerslag en temperatuur
D
Wind neerslag en mist

Slide 3 - Quiz

Wat is geen neerslag
A
regen
B
wind
C
sneeuw
D
dauw

Slide 4 - Quiz

Wat is een ander woord voor kringloop
A
vierkant
B
cirkel
C
driehoek
D
rechthoek

Slide 5 - Quiz

Kringloop van het water 
1.  Zonnestralen verwarmen het water in de zee.
2. Water verdampt uit de zee tot waterdamp (onzichtbaar).
3. De waterdamp stijgt op en condenseert hoog in de lucht tot   
     wolken.
4. Uit de wolken valt neerslag op de grond.
5. Het regenwater stroomt terug naar zee.

Slide 6 - Diapositive

verdamping 
1
neerslag 
2
afstroming 
3
condensatie 
4
wat ontstaat er bij condensatie?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

De juiste volgorde is...
A
condenseren- verdampen- neerslag
B
verdampen - condenseren - neerslag
C
verdampen - neerslag - condenseren

Slide 9 - Quiz

Als neerslag in de grond zakt (infiltreert)hoe heet dit water dan?
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
brak water
D
infiltratiewater

Slide 10 - Quiz

Als dit infiltratiewater in de grond zit noemen we dat .......
A
oppervlaktewater
B
neerslag
C
grondwater
D
waterdamp

Slide 11 - Quiz

Wat is de goede volgorde bij de Korte Kringloop van water?
A
Neerslag, zeewater verdampt, waterdamp stijgt
B
Waterdamp stijgt, neerslag, zeewater verdampt
C
zeewater verdampt, waterdamp stijgt, neerslag
D
waterdamp stijgt, wolken regenen uit op het land, water via rivieren terug naar zee

Slide 12 - Quiz

Stijgingsregen
- stijgt door de warmte, want warme lucht stijgt
- denk aan een pan met aardappels
- waar ter wereld gebeurt dit?


KGT

Stuwingsregen
- wolken worden omhoog gestuwd
- moet bij een berg omhoog 

Slide 13 - Diapositive

loefzijde 
1
lijzijde 
2
een wolk wil altijd door, wat moet de wolk doen? 

Slide 14 - Diapositive

Stuwingsneerslag is neerslag die opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Welke 3 begrippen horen bij stuwingsneerslag
A
evenaar, stijgende lucht, neerslag
B
dalende lucht, berg, neerslag
C
berg, stijgende lucht, neerslag
D
evenaar, berg, dalende lucht

Slide 16 - Quiz

Stuwingsneerslag bestaat altijd uit sneeuw!
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

3 soorten neerslag
  1. Stijgingsneerslag (bij de evenaar)
  2. Stuwingsneerslag (bergen)
  3. frontale neerslag

Slide 18 - Diapositive

Frontale neerslag
Neerslag die ontstaat door botsing van 2 soorten luchtlagen (= een front, koud/ warm)

TH

Slide 19 - Diapositive

warmte front 
1
koufront

2

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

In Nederland komt de volgende neerslagvorm het meest voor
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale Neerslag
D
Geen van drie.

Slide 22 - Quiz

Hoe noemen we het proces van het 'in de grond zakken van water'?
A
Nuttige neerslag
B
Infiltratie
C
Grondwater
D
Evapotranspiratie

Slide 23 - Quiz

Hoe noemen we de regen die ontstaat als vochtige lucht tegen een berg aanwaait
A
frontale regen
B
stijgingsregen
C
stuwingsregen
D
nuttige neerslag

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Vidéo

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 26 - Diapositive