3.3 Neerslag

Neerslag 
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Neerslag 

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen 
BK
  • Je weet hoe neerslag ontstaat
  • Je weet hoe stijgingsneerslag ontstaat
  • Je weet hoe stuwingsneerslag ontstaat
KGT  TH
  • Je weet hoe neerslag ontstaat
  • Je weet hoe stijgingsneerslag en stuwingsneerslag ontstaan
  • Je weet waarom er neerslag ontstaat bij een koufront en bij een warmtefront

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen 
HV 
• Je weet hoe neerslag ontstaat 
• Je weet hoe stijgingsneerslag ontstaat 
 • Je weet hoe stuwingsneerslag ontstaat 
• Je weet hoe frontale neerslag ontstaat

Slide 3 - Diapositive

Kringloop van het water 
Wat betekent kringloop? 
De kleine en de grote kringloop 

Slide 4 - Diapositive

verdamping 
1
neerslag 
2
afstroming 
3
condensatie 
4
wat ontstaat er bij condensatie?

Slide 5 - Diapositive

De juiste volgorde is...
A
condenseren- verdampen- neerslag
B
verdampen - condenseren - neerslag
C
verdampen - neerslag - condenseren

Slide 6 - Quiz

Wat is de goede volgorde bij de Korte Kringloop van water?
A
Neerslag, zeewater verdampt, waterdamp stijgt
B
Waterdamp stijgt, neerslag, zeewater verdampt
C
zeewater verdampt, waterdamp stijgt, neerslag
D
waterdamp stijgt, wolken regenen uit op het land, water via rivieren terug naar zee

Slide 7 - Quiz

Als neerslag infiltreert in de grond hoe heet dit water dan?
A
oppervlaktewater
B
grondwater
C
brak water
D
infiltratiewater

Slide 8 - Quiz

3 soorten neerslag
  1. Stijgingsneerslag (bij de evenaar)
  2. Stuwingsneerslag
  3. frontale neerslag

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

loefzijde 
1
lijzijde 
2
een wolk wil altijd door, wat moet de wolk doen? 

Slide 11 - Diapositive

Welke 3 begrippen horen bij stuwingsneerslag
A
warme vochtige lucht, condensatie, neerslag
B
koude droge lucht, condensatie, regen
C
stijgende lucht vanaf de lijzijde, neerslag, wolkbreuk
D
Wind vanaf land, weinig wolken, veel neerslag

Slide 12 - Quiz

Een gebergte kan neerslag en temperatuur tegenhouden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Stuwingsneerslag is neerslag die opstijgt tegen een gebergte
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Vidéo

warmte front 
1
koufront

2

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Wat is neerslag?
A
Dauw, regen en sneeuw
B
Wind, storm en hagel
C
Wind, neerslag en temperatuur
D
Wind neerslag en mist

Slide 18 - Quiz

In Nederland komt de volgende neerslagvorm het meest voor
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale Neerslag
D
Geen van drie.

Slide 19 - Quiz

Wat moet je nu kunnen en kennen? 
Je moet alle begrippen kunnen uitleggen. 
Je moet de lesdoelen kunnen beantwoorden.
Je moet een samenvatting of een mindmap kunnen maken.

Slide 20 - Diapositive