Some & Any

Plan
1. Presentations
2. Some or any?



Goal: at the end of this class you know when to use some/any
1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Plan
1. Presentations
2. Some or any?



Goal: at the end of this class you know when to use some/any

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

We need some tomatoes.
Do we need any tomatoes?

Slide 3 - Diapositive

Daffy has some money.
Patrick doesn't have any money.

Slide 4 - Diapositive

SOME / ANY
Some en any hebben dus dezelfde betekenis, 
maar worden in verschillende soorten zinnen gebruikt. 
Some gebruik je in bevestigende zinnen, deze eindigen altijd met een punt of een uitroepteken en er staat geen 'not' in.
We need some tomatoes.
Daffy has some money.
Any gebruik je in zinnen met een vraagteken 
en zinnen met het woord 'not' er in.
Do we need any tomatoes?
Patrick doesn't have any money.

Slide 5 - Diapositive

He has ___ money.
A
some
B
any

Slide 6 - Quiz

Are there ___ cakes left?
A
any
B
some

Slide 7 - Quiz

I have ___ apples left.
A
any
B
some

Slide 8 - Quiz

He hasn't got ___ time.
A
any
B
some

Slide 9 - Quiz

Independent Work 
  • Read  3.1 Some/Any of your textbook on page 101
  • Do ex: 23, 26, 27, 28 & 25 from page 97 of your WB (kader)
  • Do ex: 23, 25, 26 & 27 from page 98 of your WB (basis)
  • Finished? study the Vocab of Unit 6 and/or do your homework  for today if you haven't done it yet. 
  • Finished? check your homework in Magister.

Slide 10 - Diapositive

Evaluation
  • Write 4 English sentences
  • 2 different sentences with the word (some)body.
  • 2 different sentences with the word (any)body. 

Slide 11 - Diapositive

Welke zinnen zijn juist?
A
Je gebruikt een bijwoord als je wilt zeggen hoe iets gebeurt.
B
Engelse woorden eindigen meestal op de letters -ed.
C
Uitzonderingen moet je uit je hoofd leren.
D
The operation went good.

Slide 12 - Quiz

Welke Engelse bijwoorden eindigen niet op een -ly en moet je dus uit je hoofd kennen?

Slide 13 - Question ouverte

tmn

Slide 14 - Question ouverte

hg

Slide 15 - Question ouverte

prrt

Slide 16 - Question ouverte

ttc

Slide 17 - Question ouverte

mstrd

Slide 18 - Question ouverte

wraak

Slide 19 - Question ouverte

brkfst

Slide 20 - Question ouverte

tr

Slide 21 - Question ouverte

Extra oefenen met 
some / any?



Slide 22 - Diapositive