Present + Past tense (simple continuous) M3A + M3B

Wat weet je nog van de present simple?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 20 min

Éléments de cette leçon

Wat weet je nog van de present simple?

Slide 1 - Question ouverte

Present Simple
  1. Tegenwoordige tijd
  2. SHIT-regel (-s)

Slide 2 - Diapositive

Welk woord is correct in deze zin:
My best friend _______ to me every week. (To write)
A
Write
B
Writes
C
writees
D
writs

Slide 3 - Quiz

Wat weet je nog van de past simple?

Slide 4 - Question ouverte

Past Simple
  1. Verleden tijd
  2. Stam + (e)d
  3. Onregelmatige werkwoorden

Slide 5 - Diapositive

Welk woord is correct in deze zin:
When he was young, he _____ in Germany. (To live)
A
Lives
B
Live
C
Lived
D
Lifed

Slide 6 - Quiz

Wat weet je nog van de present continuous?

Slide 7 - Question ouverte

Present continuous
  1. Tegenwoordige tijd, langere periode.
  2. Am/is/are + werkwoord + -ing
    = To work --> Am/is/are working
  3. Right now, at the moment, currently

Slide 8 - Diapositive

Welke vorm is correct in deze zin:
The boy ________ at the moment.
(To walk)
A
walks
B
is walking
C
are walking
D
walked

Slide 9 - Quiz

Wat weet je nog van de past continuous?

Slide 10 - Question ouverte

Past Continuous
  1. Verleden tijd, langere periode
  2. Was/Were + werkwoord + -ing
    = To laugh --> Was/Were laughing
  3. Bij I, He, She en It gebruik je 'Was'

Slide 11 - Diapositive

Welke vorm is correct in deze zin:
Yesterday, they _________ for two hours.
(To read)
A
was reading
B
were reading
C
read
D
reading

Slide 12 - Quiz

Welk leesboek lees je op dit moment?

Slide 13 - Carte mentale