Nederlands thema 2 taak B, de reisplanner

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Extra opdracht Nederlands blz 121

In de afgelopen les hebben we het gehad over reizen met het OV. We hebben besproken wat OV betekent en wat OV is.

Hierover krijg je wat vragen en je maakt opdrachten waarbij je moet zoeken op internet.

Wat betekent de afkorting OV?

Wat hoort er bij het OV?

1. Metro, bus, tram
2. Metro, trein, vliegtuig
3. Metro, trein, bus, tram
4. Trein, tram, taxi

Je gaat een reis met de trein plannen met de reisplanner op internet.

Informatie over de reis die je gaat maken, kun je van tevoren opzoeken met een reisplanner op internet. 

Deze websites kun je daarvoor gebruiken:

www.9292ov.nl

www.ns.nl/reisplanner

www.go-ov.nl

Blijf je binnen de regio Rotterdam en reis met tram, bus of metro dan kun je ook www.ret.nl gebruiken.

Situatie: 

Joost woont in Woerden, hij wil vrijdag 4 december met de trein naar Utrecht Centraal.

Hij is om 09.00 op het station van Woerden en hij wil met de eerstvolgende trein naar Utrecht Centraal reizen.

Ga naar: www.ns.nl/reisplanner en maak de volgende opdrachten.

1. Hoe laat vertrekt de eerste trein naar Utrecht Centraal die Joost kan nemen?

2. Vanaf welk perron gaat de trein van Joost?

3. Hoe laat komt Joost aan in Utrecht?

4. Hoe lang duurt de reis van Joost?

5. Moet Joost overstappen? en zo ja, hoe vaak moet Joost overstappen?

Situatie:

Max wil komende zaterdag van station Amersfoort naar station Middelburg reizen om zijn tante op te zoeken. 

Hij is om 08.00uur op station Amersfoort en wil dan met de eerstvolgende trein naar station Middelburg.

Ga weer naar www.ns.nl/reisplanner en maak de volgende opdrachten.

1. Hoe laat vertrekt de eerste trein die Max kan nemen?

2. Vanaf welk perron gaat de trein van Max?

3. Op welk station moet Max overstappen?

4. Hoe laat komt Max aan in Middelburg?

5. Hoe lang duurt de reis van Max?

Einde

Je hebt nu taak B van Thema 2 afgerond. Je kunt verder met een volgende les.