Les 30 (07-02)

Cours du 7 février
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Cours du 7 février

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole
      - controle
      - nakijken
  • Herhalen Les nombres de 1 à 100
  • Les nombres de 100 à 1000
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Diapositive

Presentie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les....
...heb je kennis van de getallen t/m 1000

...kun je de getallen t/m 1000 in ieder geval opnoemen en vertellen hoe deze gemaakt worden. 


Slide 4 - Diapositive

Les nombres
We gaan nu even stap voor stap de getallen kort herhalen van 1-100. 

Dit hebben jullie de afgelopen 3 lessen al gezien. 

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Laten we even kijken wat er is blijven hangen.

We gaan 'Au bon moment' spelen. Hierin proberen we samen tot 20 te tellen.

Max. 5 min.

 
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Getallen 20 t/m 69
20 = vingt
21 = vingt et un
22 = vingt - deux
25 = vingt - cinq
30 = trente
31 = trente et un
34 = trente - quatre
39 = trente - neuf
40 = quarante
41 = quarante et un
43 = quarante - trois
47 = quarante - sept
50 = cinquante
51 = cinquante et un
56 = cinquante - six
58 = cinquante - huit
60 = soixante
61 = soixante et un
64 = soixante - quatre
69 = soixante - neuf

Slide 8 - Diapositive

Getallen 70 t/m 100
70 = soixante - dix (60+10)
71 = soixante et onze (60+11)
73 = soixante - treize (60+13)
78 = soixante - dix - huit (60+18)
90 = quatre - vingt - dix (4x20+10)
91 = quatre - vingt - onze (4x20+11) (geen et)
97 = quatre - vingt - dix - sept (4x20+17)
99 = quatre - vingt - dix - neuf (4x20+19)
100 = cent
80 = quatre - vingts (4x20)
81 = quatre - vingt - un (geen et)
84 = quatre - vingt - quatre
89 = quatre - vingt - neuf

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Les nombres



Laten we dan nu doorgaan van 100 naar 1000.

Slide 11 - Diapositive

Getallen 100 t/m 1000
100 = cent
200 = deux-cents
300 = trois-cents
315 = trois-cent-quinze
400 = quatre-cents
468 = quatre-cent-soixante-huit
500 = cinq cents
562 = cinq-cent-soixante - deux
etc...

Nooit S achter CENT wanneer er een getal achter komt!!
600 = six-cents
615 = six-cent-cinquante
700 = sept-cents
783 = sept-cent-quatre-vingt-trois
800 = huit-cents
843 = huit-cent-quarante-trois
900 = neuf-cents
1000 = mille



Slide 12 - Diapositive

Au travail
Maak nu de volgende oefeningen:
ex 13c, klassikaal, luisteroefening. 
ex. 13d


10 minuten voorbij: ex. 13g in tweetallen. Daarna voor de 
klas.

timer
10:00

Slide 13 - Diapositive

Blooket
Pak jullie telefoon: eigen naam,

We gaan de getallen 1-1000 herhalen. circa 15 minuten.

Slide 14 - Diapositive

Afsluiting
Ik kan het rijtje van 20 uit mijn hoofd. Deze ziet er als volgt uit:

Noem 3 getallen tussen de 20-100

Leg uit hoe 673 er uit gaat zien. 

Slide 15 - Diapositive

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
ex. 13d - g
apprendre les nombres 1-1000

Slide 16 - Diapositive