Les 30 (08-02)

Cours du 8 février
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Cours du 8 février

Slide 1 - Diapositive

Programme
  • Presentie
  • Lesdoelen
  • Huiswerkcontrole
      - controle
      - nakijken
  • Herhalen Les nombres de 1 à 100
  • Les nombres de 100 à 1000
  • Au travail!
  • Afsluiting
  • Les devoirs

Slide 2 - Diapositive

Presentie

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Na de les....
...heb je kennis van de getallen t/m 1000

...kun je de getallen t/m 1000 in ieder geval opnoemen en vertellen hoe deze gemaakt worden. 


Slide 4 - Diapositive

huiswerkcontrole

- ex. 10a, b, c en d
- ex. 11a en b



Slide 5 - Diapositive

Les nombres
We gaan nu even stap voor stap de getallen herhalen van 1-100. 

Dit hebben jullie immers vorig jaar al gezien. Laten we eens beginnen met de basis. Deze basis wordt namelijk erg belangrijk voor het tellen vanaf 20.
p.164

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Laten we even kijken wat er is blijven hangen.

We gaan 'Au bon moment' spelen. Hierin proberen we samen tot 20 te tellen.

Max. 5 min.

 
timer
5:00

Slide 8 - Diapositive

Getallen 20 t/m 69
20 = vingt
21 = vingt et un
22 = vingt - deux
25 = vingt - cinq
30 = trente
31 = trente et un
34 = trente - quatre
39 = trente - neuf
40 = quarante
41 = quarante et un
43 = quarante - trois
47 = quarante - sept
50 = cinquante
51 = cinquante et un
56 = cinquante - six
58 = cinquante - huit
60 = soixante
61 = soixante et un
64 = soixante - quatre
69 = soixante - neuf

Slide 9 - Diapositive

We gaan oefenen
We gaan de cijfers van 20-69 met elkaar oefenen. Dit doen we door het spel 'Dévine le nombre (post-its style)' Max 5 min. 
  1. Jullie gaan straks in tweetallen elkaars getal raden die op je rug is geplakt. (Voorhoofd mag ook). 
  2. Dit nummer is bedacht door je buurman/buurvrouw en kun jij dus niet zien. 
  3. Nu moet je jouw nummer raden. 
  4. Jouw klasgenoot geeft tips door 'plus' of 'moins' te zeggen wanneer jij een willekeurig cijfer noemt en uiteindelijk 'oui' als het goed is.
  5. 2 minuten per ronde: 2 rondes. 
  6. 2 minuten voorbij? Dan schuiven de leerlingen aan de 
      rechterkant eentje naar achteren. 
timer
2:00

Slide 10 - Diapositive

Getallen 70 t/m 100
70 = soixante - dix (60+10)
71 = soixante et onze (60+11)
73 = soixante - treize (60+13)
78 = soixante - dix - huit (60+18)
90 = quatre - vingt - dix (4x20+10)
91 = quatre - vingt - onze (4x20+11) (geen et)
97 = quatre - vingt - dix - sept (4x20+17)
99 = quatre - vingt - dix - neuf (4x20+19)
100 = cent
80 = quatre - vingts (4x20)
81 = quatre - vingt - un (geen et)
84 = quatre - vingt - quatre
89 = quatre - vingt - neuf

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Les nombres



Laten we dan nu doorgaan van 100 naar 1000.

Slide 13 - Diapositive

Getallen 100 t/m 1000
100 = cent
200 = deux-cents
300 = trois-cents
315 = trois cent quinze
400 = quatre-cents
468 = quatre-cent-soixante-huit
562 = cinq cent soixante - deux
etc...

Nooit S achter CENT wanneer er een getal achter komt!!
1000 = mille
6000 = six mille__________ NOOIT S

Slide 14 - Diapositive

Au travail
Maak nu de volgende oefeningen:
ex 13d, klassikaal, luisteroefening. 
ex. 13c, 13e
ex. 13f bereid dialoog voor door de kassabon voor jezelf in te vullen 
      (schrijf je zelf gekozen cijfers volledig uit)

10 minuten voorbij: ex. 13g in tweetallen. 

timer
10:00

Slide 15 - Diapositive

Afsluiting
Ik kan het rijtje van 20 uit mijn hoofd. Deze ziet er als volgt uit:

Noem 3 getallen tussen de 20-100

Leg uit hoe 673 er uit gaat zien. 

Slide 16 - Diapositive

Les devoirs
Maken voor de volgende les:
ex. 13d - g
apprendre les nombres 1-1000

Slide 17 - Diapositive