Werkwoordspelling #2

Lesdoel
Na deze les kun je ww in de tt en vt, sterke en zwakke ww en voltooide deelwoorden goed spellen in zinnen.
1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Lesdoel
Na deze les kun je ww in de tt en vt, sterke en zwakke ww en voltooide deelwoorden goed spellen in zinnen.

Slide 1 - Diapositive

Wat moet er op de puntjes komen te staan? 
Schrijf de antwoorden in je schrift
Ik ..... (bijten) op de binnenkant van mijn wang. Ik .... me ..... (oprichten) mijn verdriet. Ty heeft zich weer ... (aanmelden) voor het examenjaar. Vandaag zou hij met Trenton de mogelijkheden bespreken. Hij zou zijn school afmaken.

Mijn broer, die mij weer ..... (oplappen) als papa zijn verdriet niet in bedwang kon houden. Die me ..... (helpen) om in het geheim te dansen. Mijn vingers ... (knijpen) in het bedeltje in mijn hand. Wat hij ook heeft ..... (doen), hij ..... (blijven) mijn broer. 
(54 minuten, Marieke Nijkamp, blz 51)

Slide 2 - Diapositive

Welke zin is goed?
A
Hij verteld een verhaal.
B
Hij vertelt een verhaal.
C
Hij heeft een verhaal vertelt.
D
Hij heefd een verhaal verteld.

Slide 3 - Quiz

De stappen (1)
1. Is het een pv? 

- pv in de tt = ik-vorm of ik-vorm + t (bij twijfel: vervang het ww door lopen: hoor je dan een t, dan schrijf je ook een t)

- pv in de vt = gebruik 't kofschip-x = hele werkwoord (-en)/stam. Laatste letter in 't kofschip-x? ja = te(n), nee = de(n)          

Slide 4 - Diapositive

De stappen (2)
2. Is het geen pv?

Dan is het een:
- vd
- infinitief (hele werkwoord)

Slide 5 - Diapositive

vd/infinitief
vd: als je werkwoord een vd is, 
dan gebruik je 't kofschip-x ook (d/t)!

infinitief: het hele werkwoord (verandert niet). Let op:
Ik kijk naar het koken van de masterchefs.
Wij koken graag.
Jan houdt ervan om te koken.

Slide 6 - Diapositive

Wie zijn lessen goed ....... (voorbereiden), zal er veel van opsteken.
A
voorbereidt
B
voorbereid
C
voorbereit
D
voorbereidde

Slide 7 - Quiz

De burgemeester ...... (beantwoorden) de brief.
A
beantwoord
B
beantwoordt
C
beantwoorden
D
beantwoort

Slide 8 - Quiz

Er .... (woeden-tt) een orkaan.

Slide 9 - Question ouverte

(houden)........ jij van spruitjes?
A
Houd
B
Houdt
C
Hout
D
houd

Slide 10 - Quiz

Het hout ........ (verbranden-tt) in de open haard.
A
verbrand
B
verbrandt
C
verbrant
D
verbrandde

Slide 11 - Quiz

... (vinden-tt) jij dat een normale reactie?

Slide 12 - Question ouverte

De familie ………(rijden) met de auto naar de Efteling.
A
rijd
B
rijdt
C
rijden
D
rijt

Slide 13 - Quiz

Te veel eten .... (schaden-tt) de gezondheid.

Slide 14 - Question ouverte

......... (luiden) jij de kerkklokken?
A
Luid
B
Luidt
C
Luiden
D
Luit

Slide 15 - Quiz

Het koolmeesje .... (broeden-vt) in die boom.

Slide 16 - Question ouverte


De gidsen ..... (leiden-vt) ons door de diepe grot.
A
leide
B
leiden
C
leidde
D
leidden

Slide 17 - Quiz


De jongen ..... (liften-vt) naar Frankrijk.
A
lifte
B
liften
C
liftte
D
liftten

Slide 18 - Quiz


De leeuwen ..... (doden-vt) het kleine schaap.
A
dode
B
doden
C
doodde
D
doodden

Slide 19 - Quiz


De huizen ..... (grenzen-vt) aan het bos.
A
grenste
B
grensten
C
grensde
D
grensden

Slide 20 - Quiz

De kwade arrestant ... (smijten-vt) zijn spullen door de cel.

Slide 21 - Question ouverte

De frieten ... (druipen-vt) van het vet.

Slide 22 - Question ouverte

... (zijn) jij al eerder in Australië?

Slide 23 - Question ouverte

Mijn opa heeft van alles ... (verzamelen) over de watersnoodramp in Zeeland.

Slide 24 - Question ouverte

pv/vd - Tibbe [betaald/betaalt] voor ons de ijsjes.


Slide 25 - Question ouverte

Noteer het vd:
Ik heb de hele avond ... (dansen).

Slide 26 - Question ouverte

Noteer het vd:
Weet jij wat daar is ... (gebeuren)?

Slide 27 - Question ouverte

Noteer het vd:
Mia heeft me dat gisteren ...(beloven).

Slide 28 - Question ouverte

Maak een zin met de vorm 'belooft'.

Slide 29 - Question ouverte

Maak Opdracht 2 blz 59.
0 fout = boek lezen
anders maak je ook Opdracht 3

Slide 30 - Diapositive

ga naar socrative.com
vul in: OEFENSO1MH2

Slide 31 - Diapositive

Wat vond je van de uitleg?

Slide 32 - Question ouverte

Wat begrijp je nu wel wat je aan het begin van de les niet begreep?

Slide 33 - Question ouverte

Waarover zou je graag nog eens uitleg willen?

Slide 34 - Question ouverte