5 zuilen

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

5 zuilen

De paardensprong

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.

We zijn op zoek naar de belangrijkste persoon uit de Islam.

m

o

d

h

m

m

a

e

Leerdoelen

1. Je kent de samenhang van theorie en praktijk binnen de Islam.
2. Je kunt een duidelijke omschrijving geven van de 5 zuilen als rituelen waarin geloof en praktijk samenkomen.
3. Je hebt kennis genomen  van de oorsprong van het offerfeest.

De paardensprong

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.

We zijn op zoek naar een ander woord voor kalief.

o

e

o

g

v

r

l

p

De paardensprong

Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.

We zijn op zoek naar een stad die veroverd werd door Omar.

a

u

d

c

m

s

s

a

1. Shahada (geloofsbelijdenis)

Er is geen god dan allah en Mohammed is zijn profeet.

Niet in Allah geloven, Allah afwijzen of mensen van " de weg van Allah" afhouden is de grootste misdaad die iemand kan begaan.  

2. Salaat (gebed)

•  Verplicht vijf keer per dag.
  
•  Volgens een Hadith door Allah aan Mohammed gegeven  tijdens de nachtreis.  
•  Voorbereiding: ritueel wassen ( woedoe) 
  

Controle

• Twee engelen
• 1 voor goede daden
• 1 voor slechte daden
• Geen genade
• Dag der opstanding
  

u1
voor goede daden

u1
voor slechte daden

uGeen
genade

uDag
der opstanding

u

www.schooltv.nl

04:47

Naar welke richting moeten moslims nu bidden?

1. Jeruzalem
2. Amsterdam
3. Damascus
4. Mekka

06:29

Waarom mag hij de koran niet aanraken?

1. Omdat hij geen moslim is.
2. Omdat hij net naar de wc is geweest en zijn handen niet gewassen heeft.
3. Omdat hij zich niet ritueel gereinigd heeft.
4. Omdat hij het niet gevraagd heeft.

De tasbih

• Is een hulpmiddel bij uitspreken van de 99 namen van God.
•  Wordt vaak gemaakt uit hout.
•  Bestaat  uit 33 of 99 kralen.
  
• Waarschijnlijk overgenomen van de boeddhisme mala .

3. zakaat (armenbelasting)

• Reinigen van de ziel  en moslims in nood te helpen.
  
•  Niet meer vrijwillig, minimaal 2.5% van het inkomen.
  
• Doel:  niet gierig te zijn en het verschil tussen arm en rijk blijft relatief klein.
  

Het geld is voor

• De armen.
  
• Nieuwe bekeerlingen.
  
• Slaven die geld nodig hebben om zichzelf vrij te kopen.
  
• Moslims die schulden hebben.
  
• vrijwilligers en strijders voor het geloof.
  

4. Saum (vasten)

• Ramadan is de belangrijkste vastenperiode. 
  
•  Valt in  de negende maand van de Islamitische kalender.  
  
• Vanaf zonsopgang tot zonsondergang mag men niet eten, drinken, kwaadspreken, roken en geslachtsgemeenschap hebben. 
  

Suikerfeest

• Het kleine feest.
  
• Het einde van de vastenperiode.
  
• Men brengt een bezoek aan de moskee.
  
• Dag staat in teken van familiebezoek.
  

5. Hadj (bedevaart)

•  Verplichting voor iedere gezonde volwassen moslim 
  
• Hadji, moslim die een hadj gedaan heeft.
  
• Naast de Hadj bestaat er ook nog de Umrah (de kleine bedevaart) . 
  

•  Rituele steniging van de duivel plaats in Mina. 
•  Moslims lopen zeven rondjes om de Ka'aba.

In de Ka'aba ligt een heilige steen die volgens de koran is neergelegd door Mohammed.

https:

1 Je moet geloven in de enige god.

2 Je moet                    keer dag bidden, met je gezicht naar

3 Je moet                     van je inkomen weggeven. Dit geld is o.a voor de 

4 Je mag niet eten en drinken tijdens de,                       van zonsopkomst tot zonsondergang.

5 Je moet één keer in je leven een bedevaart maken.

1

2

3

4

6

7

Shahada

Hadj

vijf

2,5 procent

armen

Ramadan

Mekka

Offerfeest

• Het grote feest.
• Het vlees van de geofferde dieren wordt grotendeels uitgedeeld aan mensen die weinig hebben. 
• Tegenwoordig wordt het vlees ook ingevroren en geëxporteerd naar gebieden waar hongersnood heerst.
  

wat is een ander woord voor geloofsbelijdenis?

1. salat
2. shahada
3. ramadan
4. zakaat

Welke regel hoort niet bij de 5 zuilen van de islam?

1. rituele gebeden
2. geven van aalmoezen
3. vasten
4. chanoeka vieren

Hoe heet de plek waar moslims bidden?

1. kerk
2. moskee
3. synagoge
4. tempel

hoe noem je de 5 regels van de islam?

1. de 5 plakkaten
2. de 5 regels van Mohammed
3. de 5 geboden
4. de 5 zuilen

Wat gebeurt er tijdens de geloofsbelijdenis?

1. De bekeerling spreekt de shahada uit
2. De moslim spreekt de azan uit
3. De paus zingt een volkslied
4. De atheist spreekt de Shahada uit

Wanneer is de ramadan?

1. Wanneer wij Sinterklaas vieren
2. In de 9e maand van de islamitische kalender
3. Tijdens de periode van carnaval
4. 23 mei tot 18 augustus

Waar bidden moslims op?

1. een kleed
2. de tafel
3. een stoel
4. de grond

Zijn de leerdoelen behaald?

1. Je kent de samenhang van theorie en praktijk binnen de Islam.
2. Je kunt een duidelijke omschrijving geven van de 5 zuilen als rituelen waarin geloof en praktijk samenkomen.
3. Je hebt kennis genomen  van de oorsprong van het offerfeest.